NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Wit, johannes de

betekenis & definitie

WIT (Johannes de), of Wittius, zoon van den ridder Stephanus de Wit; geb. te Utrecht, overl. te Rome Oct. 1622. Hij werd 1 Oct. 1608 kanunnik van St. Marie te Utrecht. Hij verbeterde en gaf uit het H.S. van een monnik van de abdij van Dionysius: Historia Caroli VI, Francorum Regis. Eveneens gaf hij verbeterd uit: Paschasii Ratberti AbbatisCorbejensisopera, Fulgentii opusculaaliquot, Nicolai Brayale Poematadegestis Ludovici VIII. Bij van Heussen en van Rhijn I, 337 vindt men nog afgedrukt een brief van hem over de boosheid der tijden.

Zie: Val. Andr. Bibl. Belg. 586, Foppens, Bibl. Belg. 757; Burman Traj. Erud. 451, v. Heussen en v. Rhijn, Hist. Bisd. Utr. I, 557. van der Heijden

< >