WEERT (Johannes), overl. te Utrecht in 1446, doctor decretorum en kanunnik van St. Salvator te Utrecht. In 1436 wordt hij vermeld in de matrikels van Leuven. Waarschijnlijk is hij dezelfde als de ‘persona’ in Groningen, Johannes Weert, die in den zomer van 1419 te Heidelberg werd ingeschreven. Dan was hij natuurlijke zoon van Gerardus Weert, pauselijk abbreviator (overl. tusschen 1415 en 1419), wien hij als ‘persona’ opgevolgd was, en had hij het personaatschap ruim 10 jaar bezeten, toen een geestelijke uit het luiksche, Nicolaas Meynen, zich bij suppliek tot Martinus V wendde en 6 Dec. 1429 de provisie van die waardigheid verkreeg, welke twee jaar later bevestigd werd.
Zie: E. Reusens, Matricule de l' Univ. de Louvain 1,129; G. Toepke, Matrikel der Univ. Heidelberg I, 143; Archief Aartsb. UtrechtXII, 163; J. de Hullu, Bijdr. tot de geschiedenis v.h. Utrechtsche schisma ('s Grav. 1892) 116; H. Reimers, Friesische Papsturkunden (Leeuw. 1908) 20, 78, 87, 117; G.J. Hoogewerff, Bescheiden in Italië (R.G.P. kl. serie 12) 574.
van Kuyk