VLACQ (Roemer) (1), geb in Aug. 1637 (ged. 19 Aug.) te Gouda uit het tweede huwelijk van Mr. Dirck Vlacq med. dr. aldaar en Anna Jans Verrijn, overl. 17 Juli 1703 te Toulon.
In 1667 komt hij het eerst voor als luitenant ter zee. Het volgende jaar als zoodanig op het schip van den toenmaligen schout bij nacht de Haen, bij wien hij in 1670 tot kapitein-luitenant werd aangesteld. Bij de buitengewone uitrusting in 1672 tot commandeur benoemd, nam hij onder de Ruyter deel aan den zeeslag bij Solebay en juist een jaar later aan dien van Schoneveld, terwijl hij in 1674 de Ruyter op diens tocht naar Martinique vergezelde. Bijzondere vermelding verdient, dat hij in 1677 een der scheepsbevelhebbers was, die onder den commandeur Jacob Binckes in Maart van dat jaar heldhaftig den aanval afweerde van een fransch smaldeel onder den graaf d'Estrées in de baai van Tabago. Na hevigen strijd, waarbij Vlacq op verscheiden plaatsen gewond werd, deed hij zijn schip, dat aan den grond was geraakt, in de lucht vliegen. Later, in de elkaar opvolgende oorlogen met Frankrijk, dikwijls tot geleide van talrijke handelsvloten gebruikt, was hij in 1703 hoofd van vijf oorlogsschepen, onder wier bescherming zich ongeveer 100 nederlandsche en britsche koopvaarders bevonden, die de huisreis
uit Portugal zouden ondernemen. Nauwelijks uit Lissabon vertrokken werd dit convooi op 22 Mei door een geduchte overmacht aangevallen. Vlacq vocht zoo dapper mogelijk en hij hield den kamp vol ook nadat hem, reeds in het begin van het gevecht, een arm en een gedeelte van den schouder was weggenomen. Evenwel was hij ten slotte genoodzaakt zich gewonnen te geven. NaarToulon gevoerd is hij hier na een smartelijk lijden bezweken. Zijn grafbord in het sted. mus. te Gouda.
De admiraliteit van Amsterdam verleende aan zijn weduwe Willempje Ariens Calff een jaargeld. 10 Nov. 1659 met haar gehuwd, verwekte hij bij haar negen kinderen, van wie vijf hem overleefden.
Vgl.: Wagenaar XIV, 444; XVII, 198; van Wijn, Bijv. XVII, 55, 56; de Jonge, Gesch. v.h. Ned. zeew. IIIb, 298, 325, 338; IVb, 262, 275; Cat. v.h. sted. mus. te Gouda, 34 .
Huges