TERWEN (Johannes Leonardus), eerst hoofdonderwijzer van een bijzondere lagere school, later leeraar aan de latijnsche school te Gouda, was 10 Febr. 1816 te Dordrecht geb. en overl. ald. 9 Dec. 1873. In 1840 behaalde hij den 1sten rang bij 't lager onderwijs.
Van zijn geschriften zijn 't bekendst: Etymologisch Handwoordenboek der Nederduitsche taal, ofProeve van een geregeld overzigt van de afstamming der Nederduitsche woorden (1864); Het koninkrijk der Nederlanden voorgesteld in een reeks van naarde natuur geteekende schilderachtige gezigten (1858-62, 3 dln.); Handwoordenboek der Mythologie van alle volkeren (1856); Olympia Ramiëre ofZuid-Caroiina in 1861. Geschiedk. roman uit het Hoogd. van Armand (1869, 2 dln.), en Vaieria. Hist. roman uit de jaren 1813-15. Uit het Hoogd.vanG.von See (1872,2dln.). MetP.van Hinloopen Labberton vertaalde hij de Algemeene geschiedenis van F.C. Schlosser (1855-60,18 dln). Onder het pseudoniem Leonard gaf
hij eenige kleine meerendeels vertaalde opstellen aan de alg. gesch. ontleend, als Afstand, kloosterleven en dood van Karel V (1854); De strijd tusschen Bonifacius VIII en Phil. den Schoone (1852) e.a. Voorts vertaalde hij uit het Duitsch: Madler's Sterrenhemel (1851) en Heyfelder's De kindsheid van den mensch (1858) en bewerkte hij metCorstiaan de Jong: Onze tijdgenooten. Levensschetsen van voorname mannen uit alle landen der aarde (1859-61).
Zuidema