NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Schuld, jan frederik

betekenis & definitie

SCHULD (Jan Frederik), geb. 2 Apr. 1829 te Hendrik-Ido-Ambacht, overl. te Meerkerk 22 Dec. 1874. Zijne bevoegdheid als plattelandsheelmeester verwierf hij op 5 Apr. 1849 en die van vroedmeester op 27 Juni 1849.

Daarna vestigde hij zich te Meerkerk, waar hij behalve voor de waarneming van eene uitgebreide geneeskundige praktijk ook nog tijd vond voor de behartiging van algemeene belangen en voor het bewerken van wetenschappelijke bijdragen, die hij deed opnemen in verschillende tijdschriften: Waarneming van eene verlossing doorspontane uitdrijving in Tijdschr. d. Ned. Maats, t.b.d. Geneesk. IV (1853) 2de Afd. 155; Eene bijdrage overstrictura uteri, ibid. VI (1855) 2de Afd. 159; Twee waarnemingen van placenta praevia, ibid.

VII (1856) 2de Afd. 137; Eclampsia post partum en trombus in de rechter schaamlip in Ned. Tijdschr. v. Genees-, Heel- en Verloskunde, ziekten der vrouwen en der kinderen, uitg. doorH.J. Broers en L.C. van Goudoever VI (1854) 189; Stenosis funiculi umbilicalis, ibid. IX (1859) 466; Drie belangrijke gevallen van abcesvorming, ibid. X (1860) 59; Iets overabortus en chinine, ibid. 166; Trage baringen en tangaanwending, ibid.

XII (1862) 213; Eclampsia gravidarum et parturientium, ibid. 492; Santonine als wormmiddel bij kinderen gehandhaafd, ibid. 507; Angina diphtherina, ibid. XIV (1864) 25; Prolapsus vesico-vaginalis bij de verlossing, ibid. 595; Nadere beschouwingen over de baarmoeder-banden als actieve baringsorganen en bijdragen tot de omdraaying derbaarmoeder, ibid. XV (1865) 172; Vervolg op vroegere bijdragen tothet voorgaande, ibid. XVI (1869) 316; Obliteratio oris uteri, ibid. 297; Strafbepalingen tegen dronkenschap wenschelijk, uitvoerbaaren noodzakelijk? (Gorinch. 1876); De noodzakelijkheid om de dron-

kenschap te beteugelen. Uit het Fransch vert. naar de Neuremand (Gorinch. 1870); Onderhuidsche aanwending van extr. haemostaticum bij baarmoederbloedingen in Ned. Tijds. v. Geneesk. IX (1873) 224.

Simon Thomas

< >