SCHAAF (Dominicus van der), geb. te Franeker 1753, overl. te Ouderamstel 5 April 1831. Hij studeerde in de godgeleerdheid, werd predikant te Minnertsga, deed zich als ijverig patriot kennen, werd in 1795 te Limmen beroepen en in 1807 emeritus, waarna hij te Ouderamstel ging wonen. Hij overleefde zijne vrouw An tje Jansdr. Wopkersz. Van hem zijn te Alkmaar uitgegeven: in 1819 Dichtstuk, ter verheerlijking van den Schepper in de werken der natuur, in 1828 (mede in dichtmaat) De voortreffelijkheid en bestemming van den Mensch; in 1829 Verhandeling over het onderling verband, waarin alle schepselen tot elkander staan, en het openbaar nut, het welk de eene soort aan de andere verschaft. De beide laatste werkjes waren voorgelezen in Amstellands Nutsdepartement.
Bruinvis