NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Ruppe, christian friedrich

betekenis & definitie

RUPPE (Christian Friedrich), geb. te Salzungen in Saksen-Meinungen 21 Aug. 1753, waar zijn vader hoedenfabrikant was, orgelmaker en tevens organist van Wildprechtsrode, overl. te Leiden 25 Mei 1826 en begraven te Katwijk, werd 20 Juni 1787 ingeschreven in het album der leidsche universiteit en was tot aan zijn dood organist van de luthersche kerk te Leiden. Curatoren der universiteit benoemden hem 18 Oct. 1790 tot universiteits-kapelmeester; in 1808 werd hij belast met het geven van onderwijs in de theorie der muziek aan de hoogeschool en 13 Mei 1816 volgde op voordracht van koning Willem I zijn aanstelling tot lector in de toonkunst, waardoor hij een plaats kreeg op de series lectionum.

Tweemaal is hij gehuwdgeweest, 1o. met Christina Chalon, dochter van Hendrik Chalon,

orkestmeester aan den hollandschen schouwburg te Amsterdam; 2o. na Mei 1816 met J.P. Reijers, die 30 Juni 1872 te Leiden overleed, ruim 87 jaar oud. Hij was lid van het koninklijk Nederlandsch Instituut. Christian Friedrich Ruppe moet wel onderscheiden worden van zijn 18 jaar jongeren broeder Friedrich Christian Ruppe, eveneens musicus, die in Duitschland werkzaam was (Allg. musikalische Zeitung 1835, 243).

Van zijne composities schijnen niet gedrukt te zijn de onderstaande geestelijke muziekstukken, die uitgevoerd werden in kerkgebouwen te Leiden en 's Gravenhage.

Zangstukken op 's Heilands geboorte (Leiden Hoogl. kerk 27 Dec. 1796); Kers-zang (Leiden, Hoogl. kerk 27 Dec. 1798); Deherfst ('s Gravenhage, Nieuwe kerk 23 Sept. 1803); Cantate op de geboorte des Heilands ('s Gravenhage, Nieuwe kerk 30 Dec. 1803); Cantate op de zegevierende opstanding van den gezegenden Verlosser ('s Gravenhage, Nieuwe kerk 6 Apr. 1804); Lentefeest ('s Gravenhage, Nieuwe kerk 27 April 1804); Cantate op 's Heilands Hemelvaart ('s Gravenhage, Nieuwe kerk 18 Mei 1804; Leiden, Luth. kerk 23 Mei 1805); Cantate op 's Heilands lijden, sterven en opstanding (Leiden, Luth. kerk 16 Apr. 1805; Hoogl. kerk 22 Mei 1811); De geboorte van Jezus (Leiden, Luth. kerk 22 Maart 1814).

Van zijn in druk verschenen werken zijn mij authentiek of documenteel bekend: R. Feith, Romanzes (Colma, en Alrik en Aspasia) naar den besten smaak op muziek gebracht (Haarlem, C. van der Aa 1787; 2e dr. Amst. Johannes Allart 1806; Nieuwe uitgave: Amst. Nayler&Co. 1838); J.P. Kleyn en vrouwe A.

Kleyn, geb. Ockerse, Oden en gedichten gecomponeerd voor de zang en het clavier offluit, vioolen bas, doorC.F. Ruppe (Leyden 1788); Wilhelmus van Nassau, varié pour le clavecin ou pianoforte avec l'acc. d'un violon (Leyde, Luzac & Van Damme z.j.); Gezangen voor het feest van den 18 Dec. 1799, voor den zang en pianoforte of orgel met accompagnement van twee violen en bas (ad libitum) (Leyden, Chr. Fr. Ruppe); (H.van Royen), Feestzang voor den 19 December 1799. Bij het plegtig vieren van den aftocht des vijands, en het geheel verlaten van den bataafschen

grond door de Engelsch-Russische legerbenden. (In den Haag 1799); Dezangwyzen van de psalmen en gezangen bij de hervormde kerk in gebruik voor drie stemmen, als ook voorhet orgel ofclavier (Leyden Chr. Fr. Ruppe (Herdingh en du Mortier (1801); XLV Praeludia en CCLXXVI interludia in alle gebruikelijke kerktoonen; geschikt voor de melodiën van de hervormde psalmen en gezangen, als ook van de luthersche psalmen en liederen, insgelijks van den gregoriaanschen zang der roomsche kerk: nevens IVkleine en gemakkelijke fuga's (Leyden, L. Herdingh (1802); 2e dr. Leyden, L. Herdingh & Zoon (1820); Vier twaalftallen gezangen, gecomponeert voordrie stemmen (Leyd.

L. Herdingh 1802); tweede, derde en vierde twaalftal (Leyd. L. Herdingh 1808); nieuwe uitgaaf in één band: Leyd. L. Herdingh en Zoon (1811);S.Speyert van der Eyk, Ode cantata in pacis festo solenni oratione in Academia Lugduno-Batava celebrato die XVI Junii MDCCCII; Florian, Galatée.

Naar het fransch met muziek gecomponeert door C.F. Ruppe (Leyd. P.H. Trap 1804); Zangwijzen der Evangelische gezangen bij de hervormde kerk in gebruik. Geschikt voor het orgel, forte-piano ofclav/er(Amst. Joh.

Allart 1806; 2e dr., Evang. Gez. Comp. 1818; 3e dr., Evang. Gez. Comp. 1828); Theorie derhedendaagsche muziek (Amst. J.

Allart 1809-10, 2 dln.; titeluitgaaf: Groningen J. Oomkens 1818); Platen behooende tot de theorie der hedendaagsche muzijk (Amsterdam, J. Allart 1811; titeluitgaaf: Gron. J. Oomkens 1818); Vrije navolging derlatijnsche hymnen in nederduitsche dichtmaat door H. Hillebrand; op muziek gesteld door C.F.

Ruppe (2stkn. Rotterdam, J.P. van Ginkel (J.D. Demalinne; J.J. Thompson) 1809-10); Over de muziek (Leiden 1816-17, Hs. van A.C.G. Vermeulen); Air favori: Où peut-on être mieux. Varié pour le piano-forte (Rotterdam); Sonates à quatre mains, pour le piano-forte (Rotterdam, L.

Plattner, 1809); Trois ballets in Journal de forte-piano, aangek.: Repertoire d'airs favorits (Amst. Steup); Thème avec variations pour le forte piano (La Haye, Lotter et Comp (1810); Trois sonates pour le piano forte (Leide, Chr. F. Ruppe (1811); Acht nieuwe varieatiën. gecomponeerd voorhet pianoforte op het nederlandsch volkslied Wilhelmus van Nassau (Leyden, J. van Thoir 1814); Q. Horatii Flacci Oda IV et aliae odae in lavdem mvsicae descriptae modis mvsicis vocis etinstrvmenti dicti pianoforte (Lugdvni Batavorvm, Svmt. avctoris 1816); Koor voor godsdienstige zanggenootschappen, gecomponeerd op drie stemmen, met accompagnement van het orgel of forte-piano (Leiden 1822); Iö vivat, air favori, varié pourle piano forte (Leide Chr. Fr.

Ruppe (1826); Quatre sonates pour le clavecin, avec l'accompagnement d'un violon. Op. 1 (La Haye); Six sonates pour le clavecin ou le piano forte avec l'accompagnement d'un violon et violoncello. Oeuvre second (La Haye, B. Hummel et fils); Trois sonates pourle clavecin ou piano-forte avec l'accompagnement d'un violon et violoncello. Oeuvre IV(La Haye, B. Hummel et fils); Trois sonates à quatre mains pour le clavecin ou pianoforte.

Op. 5 (La Haye, Amsterdam); Huit sonates pourle clavecin ou piano-forte avec l'accompagnement d'un violon. Op. 6 (La Haye, Amsterdam); Trois sonates pour le clavecin ou piano-forte avec l'accompagnement d'un violon. Op. 8 (Leide); Douze sonatines pour le piano-forte, avec l'accompagnement d'un violon à l'usage des commençans. Oeuvre9. Nieuwe dr. (Leyden, Chr. Fr.

Ruppe (1808); wellicht hetzelfde als: Douze sonatines pourle clavecin ou piano-forte (Amsterdam, W.C. Nolting); Dixhuitpieces pourl'orgue ou piano-

forte. OeuvreX (Leide, Chr. Fr. Ruppe 1799); Trois sonates pourle clavecin ou piano forte avec l'accompagnement d'une flute ou violon. Oeuvre XI (Leiden, Chr. Fr.

Ruppe); Premières leçons pour apprendre le piano-forte consistant en six sonatines très facile et progressive, dont la sixième est à quatre mains. Oeuvre XIII (Leide, Chr. Fr. Ruppe; nieuwe dr. Leyd. Chr.

Fr. Ruppe (1808); Chasse, pourle piano (OeuvreXV) (Berlin (Amsterdam), J.J. Hummel, 1808; herdruk Rotterdam L. Plattner; bij Scheurleer, Cat. 1,448) ex. met adres Leiden); Sonates à quatre

mains pour le piano forte. Ouv. 16, no. 1, no. 11 (Rotterdam, L. Plattner); Ouverture turque pour le piano-forte avec accompagnement de violon, violoncelle, et tambour et contre-basse. Oeuvre XX (La Haye, Lotter & Cp.); Thème avec variations pour

le forte-piano. Op. XXI, no. I (La Haye Lotter & Comp.); La grande bataille de Waterloo ou de la Belle- Alliance (fait historique) composée pour le piano-forte. Oeuvre XXIII (Leide, C.F. Ruppe 1815); La paix universelle, conclue à Paris le 20 Nov. 1815 entre les puissances alliées et la France.

Pièce caracteristique pour le pianoforte. Oeuvre XXIV(Leide, Chr. Fr. Ruppe, (1816); Sonate pourle piano forte avec accompagnement de flute ou violon et violoncelle. Oeuvre XXV(Amsterdam, H.C. Steup, 1818); Sonate pour le piano-forte avec accompagnement de violon et violoncelle.

Op. 26 (Amsterdam); Sonate pourle piano avec acc. de violon et violoncelle. Op. 27; Ouverture tartare pour le piano-forte avec accompagnement de violon etvioloncelle. OeuvreXXVIII, (Leide, Chr. Fr. Ruppe, 1820); Thèmeavec huit variations pour le piano-forte. Oeuvre XXIX (Leiden, Chr.

Fr. Ruppe); Potpourri pour le piano Oeuvre XXX (Amsterdam H.C. Steup); Six sérénades pour le piano-forte appropriées pour apprendre l'esprit ou l'expression de la musique. Op. 31 (Leide); La metamorphose ou le changement des chenilles en papillons. Fantaisie pour le piano-forte avec accompagnement de flute ou violon (ad libitum) Oeuvre XXXII (Leide, Chr. Fr.

Ruppe, 1822); H.van Alphen, Twaalfstukjes uit de gedichtjes voor kinderen op muzijk gebragt voor den zang en piano-forte. XXXIII werk( Leyden, Chr. Fr. Ruppe); Ouverture grecque pour le piano forte. Oeuv. XXXIV (Amsterdam, J.

Vermaazen, 1828); H.van Alphen, Tien stukjes uit de gedichtjes voor kinderen op muzijk gebragt voorden zang en piano-forte. XXXVI werk (Leyden, J.P. Reijers, wed. Chr. Fr. Ruppe).

Zie:Verschuere Reynvaan, Muzijkaalkunstwoordenboek(1795)614; De Mentor, 25 Mei 1827; Siegenbeek, Geschied, leidsche hoogeschool II. T en B, 227-28; Nederl. muzikaal tijdschrift 1841,94; Gregoir, Biographie des artistesmusiciens néerlandais 1864,154; Navorscher 1864,44; Bouwsteenen, reg.; Viotta, Lexicon der toonkunst III,292; Cat der muziekbibl. v.D.F. Scheurleer I-III, reg.; Eitner, Quellen-LexikonVIII (1903) 361.

Enschedé

< >