ROELANTSZ. (Adam), van Dockum, geb. omstr. 1606, eerste schoolmeester in Nieuw-Nederland. In 1633 of reeds eerder kwam hij in Nieuw-Amsterdam, waar hij als gewoon burger leefde.
Tusschen de jaren 1633-1637 is hij naar het vaderland teruggekeerd, waar hij 4 Aug. 1637 door de deputati ad res indicas, namens de classis van Amsterdam, als schoolmeester, voorzanger en voorlezer voor Nieuw-Amsterdam werd aangesteld. Als datum van het begin van zijn schoolmeesterschap moet waarschijnlijk Maart of April 1638 gesteld worden. Hij is ten minste tweemaal gehuwd geweest. Zijn eerste vrouw was bij haar huwelijk met R. weduwe, en had één dochter, wier echtgenoot Cors Pietersen een eisch stelde tegen R. om het vaderlijk erfdeel zijner vrouw uit te betalen (10 Juni 1638). Herhaaldelijk werd Roelantsz. wegens laster aangeklaagd (19 en 26 Aug. 1638; 20 Sept. 1640). Hij sloot in 1642 een contract met Johannes Teunissen inzake het bouwen van een nieuw huis. Zijn oude huis verkocht hij 8 Aug. 1642; op de plaats waar dit stond, thans de ‘Produce Exchange on Stone Street’, plaatste de ‘Schoolmaster's Club of New York’, in 1910 een ‘memorial-tablet’.Waarschijnlijk is Adam Roelantsz. tot in de lente van 1642 schoolmeester in Nieuw-Amsterdam geweest (1639 dat vroeger als eindjaar werd aangenomen, blijkt zeker onjuist te zijn). Misschien is hij in 1643 ookwaagmeester in Nieuw-Amsterdam geweest. In 1646, terwijl hij zelf in Nederland vertoefde, stierf zijne echtgenoote, Bij zijn terugkeer werd hij van laster beschuldigd en kreeg hij moeilijkheid met den schipper over de overtochtskosten. In Dec. 1646 ontkwam hij ternauwernood aan
eene openbare geeseling, wegens geweldpleging tegen de vrouw van Harck Sybaltsen. Zijne vier moederlooze kinderen en de op handen zijnde winter stemden de rechters tot mededoogen. Hij is ook houthakker en pro-
voost, en in 1653 lid van de burgerwacht in Nieuw-Amsterdam geweest.
De gegevens over dezen persoon bij: J.R. Brodhead, Historyofthe State of NewYork (New York 1853) I, 222-223; E.B. O'Callaghan, HistoryofNew Netherland (New York 1855) I, 143, 181; Henry W. Dunshee, History of the school of the Collegiate Reformed Dutch Church in the city of New York (New York, 1eed. 1853, 2nd ed. 1883) 15-17; J.H. Innes, NewAmsterdam audits people (New York 1902) 61-67 zijn in menig opzicht onjuist. Zij moeten herzien worden naar: William Heard Kilpatrick, The Dutch schools of New Netherland and Colonial New York (Washington, Government Printing office, 1912) 40, 41,44, 50, 51-58.
Zie ook: Akten van directeur-generaal en raden van Nieuw- Nederland (New York Colonial Manuscripts - thans, voor zoover zij uit den brand van het Kapitool gered zijn - berustende in het archief van den staat New York te Albany) I, 52 (13 Oct. 1638); II, 7, 26,164,248; IV, 11,17-18, 30, 74,77, 264,275,277, 295; Acta Classis Amstelod. (berustende in de Nieuwe Kerkte Amsterdam) XXfol. I (4 Aug. 1637);
B. Fernow, TheRecordsofNewAmsterdam (New York 1897) I, 54, 62.
Eekhof