NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Rengers, jor. edzard (2)

betekenis & definitie

RENGERS (jor. Edzard) (2), burchtheer van Farmsum, heer van Ten Post, Tuinga, Oldenhuis, Boukema, Weijwert, zoon van jor. Egbert en jkvr. Wilhelmina Polman van Nienhof, geb. 27 Maart 1658 overl. 26 Dec. 1694; dijkgraaf van de zee- en zomer-dijken onder Farmsum, erfoverrichter van Ten Post en Garrelsmeer, hoveling van Loppersum, Wierum, Germerswolde, Usquert, Cantens, Bedum, Onder-Wierum, Adorp enz., overste schepper van Farmsumerwijk en erfschepper van de Drie Delfzijlen, kolonel. Hij huwde in 1686 jkvr. Catharina van der Noot-Risoir,dochtervan baron Lamoraal, heer van Steenhuysen en Risoir en jkvr. Cecilia Tamminga.

Zijn kinderen zijn: Egbert Rengers (kol. 1067); Albertus Aemilius Lamoraal Rengers, kapitein, grietman van Oostdongeradeel, gehuwd met Frouck Elisabeth barones van Aylva; Cecilia Rengers van Farmsum, gehuwd met jor. Ludolph Tjarda van Starckenborgh,lid van Gedeputeerde Staten; Wilhelmina Rengers van Farmsum, gehuwd met Frederik Willem baron Lewe van Midelstum, kolonel der infanterie. Zijn portret bij Jhr. Hora Siccama van de Harkstede te Hilversum.

Wittertvan Hoogland

< >