NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Piepers, jacobus marius

betekenis & definitie

PIEPERS (Jacobus Marius), 7 Nov. 1826 geb. te Brussel, overl. te 's Gravenhage 13 Oct. 1899. Op 20 Sept. 1846 te Leiden als student ingeschreven, promoveerde hij 30 Juni 1853 tot doctor in de geneeskunde op eene Diss. medica continens observationes nonnullas e clinico Clar.

Simon Thomas, en 6 Mei 1854 tot doctor in de verloskunde. Hij vestigde zich als geneeskundige te 's Gravenhage, waar hij weldra eene uitgebreide praktijk kreeg en als gemeente-verloskundige belangrijke diensten bewees. Hij was de oprichter van de ‘Inrichting tot het verleenen van buitengewone verloskundige hulp voor den kleinen burgerstand te 's Gravenhage’, waardoor hij tevens een gunstigen invloed uitoefende op de vroedvrouwen, die in die vereeniging met hem samenwerkten. Gedurende 11 jaarwas Piepers alleen verbonden aan deze inrichting en telken jare bracht hij in het Ned. Tijds v. Geneesk. een kort verslag uit over hetgeen zich in het afgeloopen jaar had

voorgedaan. Bij het 11e jaarverslag (1 Juli 1886-30 Juni 1887) voorkomende in het Ned. Tijds. v. Geneesk. 1887, II, 685, geeft hij eene recapitulatie over die elf jaar en vermeldt de volgende totalen: Ingeschreven vrouwen 18117, aanvragen om hulp 2835, operatiën 1209, vrouwen behouden 1183, gestorven 26, kinderen behouden 1165, gestorven 186. Op 1 Jan. 1888 kreeg hij tot medewerkers in deze vereeniging Dr. W.F.

Unia Steyn Parvé en Dr. A.A. Korteweg. Behalve bovengenoemde verslagen

schreef hij in de Geneeskundige Courant van 1892 no. 9, over Tweegevallen van drielingsgeboorte.

Simon Thomas

< >