Peeters, petrus gerardus

betekenis & definitie

PEETERS (Petrus Gerardus), geb. te Tegelen 23 Mei 1829, overl. te Wijnandsrade 21 Sept. 1887, deed zijn voorbereidende studies aan het klein seminarie te Rolduc, werd priester gewijd te Roermond 8 Maart 1856, daarna achtereen volgens 20 Oct. 1856 benoemd tot kapelaan te Echt en 23 Oct. 1865 te Blerick bij Venlo; 30 Maart 1881 werd hij pastoor van Wijnandsrade bij Valkenburg (L.). Van zijn hand verschenen in de Publ. de la soc. hist et arch. dans le duché de Limbourg IV (1867), 52-144: Geschiedkundige beschrijving dergemeente Echt, in deel VII (1870), 233-332: Geschiedkundige beschrijving van het aloude kerspel Blerick bij Venlo; in deel XIII (1876), 3-109: Chronologische beschrijving van Tegelen benevens aanteekeningen overBelfeld en Steijlen in deel XXIII (1886), 362-440: Korte schets der geschiedenis van de Valkenburgsche heerlijkheid Wijnandsrade.