NIJHOFF (Paulus), geb. te Arnhem 9 Aug. 1821, overl. aldaar 29 Nov. 1867, zoon van Mr. Isaac Anne Nijhoff en Martina Cornelia Houtkamp (kol. 1009).
Na het gymnasium te hebben afgeloopen kwam hij in 1839 in de zaak van zijn vader. Van 1842 tot 1846 was hij werkzaam bij Joh. Müllerte Amsterdam, daarna weer bij zijn vader, wiens deelgenoot hij in 1853 werd. Evenals zijn vader was hij ook geschiedvorscher; evenals bij dezen stond bij hem het onderzoek der geldersche geschiedenis op den voorgrond; in verband daarmede staat ook zijn benoeming tot adjunct-archi- varis der provincie Gelderland in 1849. Na den dood van zijn vader werd hij in 1863 provinciaal archivaris, een jaar daarna ook archivaris der gemeente Arnhem; behalve dit archief inventariseerde hij ook die van Nijmegen, Hattem, Doesburg en Doetinchem, benevens tal van familiearchieven. Sedert 1853 was hij bovendien bibliothecaris der door hem gevormde stedelijke boekerij. Als historicus heeft hij zeer veel gepubliceerd in de door zijn vader gestichte en later ook door hem geredigeerde Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde (sedert 1837); ook heeft hij medegewerkt aan de groote uitgave van zijn vader, de Gedenkwaardigheden uit de Geschiedenis van Gelderland. Hij was in 1850 gehuwd metCharlotte Abrahamina Carolina van Goor.
In het Adresboek v.d. Nederl. Boekhandel voor 1868 staat zijn gesteendrukt portret.
Zie: L.E. Lenting in Levensb. Lett. 1868,262 vlg.; F. Muller in Bijdr. t.d. gesch. v.d. Ned. boekh. I, 171 vlg.
Brugmans