NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Naeranus, izaak (2)

betekenis & definitie

NAERANUS (Izaak) (2), zoon van Johannes Naeranus (2) en Anna Rijckewaert (Navorscher 1859, 272; 1861,8; 1862, 84), was boekverkooper te Rotterdam nog tijdens het leven van den boekverkooper Johannes Naeranus, (1), den naamgenoot zijns vaders, dien Ledeboer (Alfabetische lijst 123) voor zijn vader houdt. Het oudste mij bekende gegeven dienaangaande is een advertentie in de Opr.

Haarl. Crt. 25 Sept. 1666, waarin bericht wordt, dat bij hem te verkrijgen is de catalogus der boeken, nagelaten door Jacobus van der Voort, kanunnik van Sint Marie, die 29 Sept. d.a.v. geveild zouden worden. Na het opruimen van den boedel van Johannes heeft hij gepoogd diens tradities als remonstrantsch boekverkooper voort te zetten, maar is daarin blijkbaar niet geslaagd. Oudaen kwam met nieuwe artikelen bij hem evenals bij Johannes o.a.: Het verworpen huis van Eli (1671); Aanmerkingen over het verhaal van het eerste begin en opkomen der Rijnsburgers (2e verm. dr. 1672); Uytbreyding over het boek Job (1672); God en het goddelijke gekent (1675) en Den grooten Rotterdammerin zijn geboortestad herstelt (1677). Ook andere remonstrantsche auteurs debiteerde hij o.a. in 1675 een vertaling door Nicolaas en A. Borremans Nicolaasz. van Cunaeus' Sardi venales in 1612 in de Officina plantiniana te Leiden verschenen onder den titel Gekken te koop, of schimpschrift op de verkeerd- geleerden, in 1679 een herdruk van Praevostius' Onderwijs in de christelijke religie, in 1680 (?) en 1683 Pieter Rabus' vertaling van Herodianus. In 1688 gaf hij een editie van de Stichtelijke rymen van Camphuysen, waarvan de muziek boven elk der strofen gedrukt en die bovendien vermeerderd was met een aantal geheel nieuwe melodieën, geschreven door M. Mathieu, om welke redenen erdoor de Staten van Holland en West-Friesland 18 Jan. 1687 octrooi op was kunnen gegeven worden, welk octrooi 16 Nov. 1701 voor den tweeden druk van 1702 verlengd werd. Te gelijker tijd gaf hij in hetzelfde jaar 1688 een eveneens geoctrooieerde versie van hetzelfde liedboek, met de melodie-redactie van dr. R. Rooleeuw.

Een concurrentie-strijd ontwikkelde zich met de wed. Pieter Arentsz. te Amsterdam, die eveneens dit artikel, wederom in een andere redactie, debiteerde. De strijd eindigde in dezer voege, dat Naeranus 16 April 1712 zijn recht overdeed aan de inmiddels begonnen boekverkoopersfirma Wed. Pieter Arentz. en Kornelis van der Sijs te Amsterdam. Tegenover Spinoza heeft hij een niet welwillende houding aangenomen, in 1675 gaf hijBredenburg's Enervatio tractatus theologico-politici Benedicti Spinosae enin1676Cuperus' Arcana atheismi revelata, philosophice et paradoxe refutata, examine tractatus theologico politici Bened. Spinosae.

Evenals Johannes dreef hij zijn zaken op het Steiger, en evenals deze kwam hij met het gerecht in aanraking. 17 Sept. 1672 werd hij in hechtenis genomen en circa drie weken gehouden wegens het helpen verspreiden van het libel Hollants Venezoen (Tiele nr. 6518), dat blijkens het pamflet Tiele nr. 6533 bij Jan Rieuwertsz. te Amsterdam gedrukt was, en waarvan men Joachim Oudaen of Pieter de Groot voor den auteur hield, maar waarvan in de resolutie van de Staten van Holland van 22 Dec. 1673 Theophilus Naeranus als de auteur genoemd wordt, wat door dezen erkend werd in een rekwest aan het Hof van Holland. Tegen zijn familieleden Theophilus Naeranus, den zoon van zijn voorganger Johannes, en tegen Samuel Naeranus werd op dezelfde wijze opgetreden (Wagenaar, Vaderlandsche historie XXIV, 221). Na zijn overlijden werden 17 Sept. 1713 door zijn weduwe en erven onder boekverkoopers fonds en magazijn verkocht (adv. Opr. Haarl. Cour. 22 Aug. 1713).

Zie: Ledeboer, De boekdrukkers 334.

Enschedé

< >