NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Lycklama a nijeholt, augustinus (1)

betekenis & definitie

LYCKLAMA Ä NIJEHOLT (Augustinus) (1), geb. in 1670, overl. te Beets 22 Juni 1744, zoon van Lubbert Piers L. a N., die volgt, en van diens eerste vrouw R. van Scheltinga.

Hij werd 20 Jan . 1693 grietman van Opsterland en in hetzelfde jaar lid der Gedep . staten van Friesland . Hij woonde op zijn buitenplaats te Beets en begon in 1704 het groote veenkanaal te graven, de Opsterlandsche Compagnonsvaart, dat bij Gorredijk een aanvang neemt en door zijn nakomelingen is voortgezet door Bakkeveen, Oosterwolde en Appelscha, waar het huis der Compagnons naar hem ‘Augustinusstate’ is genoemd.

< >