LEVOIR (Louis Charles), geb. te Leiden 8 Sept. 1832, overl. te Bennekom 16 Maart 1908. Zijn technische aanleg, die zich al vroeg uitte in het vervaardigen en verbeteren van toestellen, deed hem de delftsche akademie bezoeken. Hij bleef daar echter slechts een of twee jaren en werd in Sept. 1851 aan de leidsche universiteit als student ingeschreven, waar hij hoofdzakelijk de chemie beoefende. In verband met den onvoldoenden toestand van het chemisch universiteitslaboratorium (zie W.P. Jorissen, Het Chem. Laboratorium te Leiden (1909)), werkte hij eerst praktisch op zijn studentenkamer, terwijl hij later (1854) ten huize zijner ouders een laboratorium inrichtte, waar hij o.a. zijn dissertatie over den natronmeter van Pesier bewerkte. Hij promoveerde 8 Mei 1856. Na sedert Jan. 1858 assistent te zijn geweest van prof. E.H. van Baumhauer te Amsterdam (zie W.P. Jorissen, Chem. Weekblad 1911,536) trad hij 19 November 1859 als assistent op van prof. A.H. van der Boon Mesch in het nieuwe chemisch laboratorium te Leiden.
Reeds 1 Oct. 1860 echter verwisselde hij deze betrekking met die van assistent van prof. Rijke aan het natuurkundig laboratorium aldaar, welke hij bleef vervullen tot 1864, toen hij tot leeraar in de technische chemie aan de juist gestichte Polytechnische school te Delft werd benoemd. Daar hield hij zich vooral bezig met onderzoekingen voor de praktijk. De ongunstige toestand zijner gezondheid deed hem in het begin van 1891 Delft met verlof verlaten; zijn eervol ontslag volgde op 1 Sept. van dat jaar.
Levoir is vooral bekend geworden door zijn ventilatie-stelsel, gewijzigd door en in overleg met J.M. van Bemmelen. Zie over dit stelsel o.a. het artikel door laatstgenoemde over Levoir gepubliceerd in Chem. Weekblad 1908, 275, waarin ook eenige literatuur over het stelsel Levoir-van Bemmelen is aangegeven (zie ook GedenkboekaangebodenaanJ.M. van Bemmelen, 1910).
Jorissen