HULST (Wilhelmus van), aldus genaamd naar de plaats waar hij omstreeks 1275 werd geboren, overl. 13 Oct. 1324. Supprior der cistercienser-abdij van Duinen werd hij in 1305, niettegenstaande zijn jeugdigen leeftijd, tot abt gekozen.
Hij komt voor als abt van Duinen in eene oorkonde van Aug. 1305. Om de groote schulden, die door de ongelukkige tijdsomstandigheden steeds aangroeiden, te verminderen, verkocht hij een uithof in Engeland en een groot deel der landerijen te Ossenisse, Hulsterambacht. Daar hij geen middel zag om de schulden en lasten langer te dragen, deed hij in 1318 afstand van het bestuur. Hij overleed in de abdij, waar hij zijne overige dagen in vrede had gesleten.
Zie: A. de But, Cronica abbatum de Dunis (Brug. 1839) 15,19; C. de Visch, Compendium chrono!. B.M. de Dunis (Brug. 1660) 69-72; Kervyn de Lettenhove, CodexDunensis(Brux. 1875) 16-18; Chronicaetcartulariummonast de Dunis (Brug. 1865) 680; Gallia Christ. V, 289.
Fruytier
