NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Hulshof, joannes

betekenis & definitie

HULSHOF (Joannes), geb. te Lichtenvoorde 26 Oct. 1822, overl. 7 Maart 1884 te Zeddam. Hij werd priester gewijd 18 Aug. 1847, was kapelaan te Arnhem tot 6 Sept. 1848, te Wijnbergen tot 20 Mrt. 1850, te Terborg tot Aug. 1853, te Eybergen tot 8 Febr. 1858, op welken dag hij pastoor werd te Oldenbroek, en 9 Oct. 1868 te Zeddam. Hij schreef: De heiligmakende genade (1867); De heerlijkheid der heiligmakende genade, en leverde meerdere preeken in het tijdschrift Ecclesiastes. Zie: Arch. Aartsb. Utr. XXXVII, 69. van der Heijden

< >