NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Hoepermans, henricus

betekenis & definitie

HOEPERMANS (Henricus), geb. te Leeuwarden 9 Sept. 1798, overl. te St. Nicolaasga 7 Oct. 1849, zoon van Dirk Hoepermans en Hiltje Heins.Hij werd priester gewijd en trad als kapelaan achtereenvolgens op te Leeuwarden en te Sneek. In 1825 werd hij pastoor van Makkum, waar hij verbleef tot 1840. Om meer tijd te vinden voor zijn studiën legde hij toen zijn pastoraat neer en vestigde zich te 's Hertogenbosch. In 1843 echter aanvaardde hij wederom het pastoraat, nu te St. Nicolaasga, waar hij tot zijn dood bleef. Van zijn hand verschenen verschillende geschriften w.o.: Antwoord aan Ds. J.J. Le Roy te Oude- Tonge op een zestal brieven, over de onfeilbaarheid van den Paus en van de Kerk van Rome; een reeks heiligenlevens o.a. de H. Melania; een vertaling van de Causae Graves van Uhlenberg. Ook was hij een der voornaamste medewerkers van den Catechismus ofChristelijke leere voor meer gevorderde Katholieken door sommige friesche geestelijken in 1834 met goedkeuring van den apost. vic. Antonucci uitgegeven.

Zie: Naamlijst der Fr. geestel. na de Herv. (hs. Kanselarij Leeuwarden).

Gasman

< >