HOENSBROECK (Frans Arnold Adriaan Johan Philip rijksgraaf van en tot), geb. op het kasteel Haag bij Gelder 31 Mei 1696, overl. op het kasteel Hillenraedt bij Swalmen 22 Aug. 1759, zoon van Willem Adriaan (die volgt) en van Elisabeth Henrica Maria Victoria gravin van Schellart-Obbendorf. Hij was baron van Ruynen, Bellinghoven, gebiedende heer in Haffen en Mehr enz. o.a. heer van de voogdij van Gelder, heer van Swalmen, Asselt en Grubbenvorst (welke heerlijkheden hij in Sept. 1736 erfde van zijn tante Maria Catharina, markgravin van Hoensbroeck, weduwe van Arnold Schenck van Nydeggen (vgl. art. in dit deel)),
geheimraad van Zijne keizerlijke en koninklijke Majesteit, erfmaarschalk van Gelder en Zutphen, raad-costumier in het Souvereine Hof te Roermond (1718-42) en hoogdrossaard der stad Gelder.