GOCH (Johannes van of de) (2) [1 zie I kol. 942], cisterciensermonnik der abdij Marienkroon te Heusden, werd aldaar tot abt gekozen in 1419, overleed in de abdij Gravendal O. Cist. bij Gennep 1450.
Uit nederigheid en godsvrucht weigerde hij de abtswijding te ontvangen. Met toestemming van den vaderabt van Oudekamp, Johannes van Goch (3), en van zijne kloosterlingen bewerkte hij, dat de abdij 14 Juni 1426 in een priorij werd veranderd. Kort daarna nam hij zijn ontslag als prior en vestigde zich in de abdij Oudekamp. Jongelinus en Hist. episc. Ultrai. 254 geven als reden voor deze verandering, dat het klooster door de overstrooming van 1421 vele inkomsten had verloren. De eigenlijke reden was wel, dat Marienkroon zich aansloot bij de colligatie van Sibculo, O. Cist, waar men geen abten doch slechts tijdelijke priors aan het hoofd der kloosters duldde. In 1429 werd Johannes prior claustralis te Oudekamp, daarna biechtvader bij de nonnen in Gravendal, waar hij overleed. Foppens, Hist. episc. Silvaeduc. (Brux. 1721) 256 en Gallia ChristV, 408, zeggen ten onrechte, dat hij abt werd in Oudekamp; zij verwarren hem met den volgende.
Zie: Analecta Gijsberti Coeverincx ('s Hertogenbosch s.d.) II, 404; Schutjes Gesch. v.h. bisdom 'sBosch(St. Mich. Gest. 1873) IV, 583; J.v. Oudenhoven, Beschrijvinge der stad Heusden (Amsteld. 1743) 15; Jongelinus, Notitia abbatiarum O. Cist. (Col. Agr.) IX, 80; H.
Keussen, Chronicon monast Campensis in Annalen, d. hist. Vereins f.d. Niederrhein XX (1869) 318, 378.
Fruytier