NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Eversdijk, mr. mattheus (2)

betekenis & definitie

EVERSDIJK (Mr. Mattheus) (2), ged. te Goes 10 Oct. 1621, begr. aldaar 16 Apr. 1661?, zoon van den voorgaande, wellicht identiek met zijn naamgenoot, die 14 Juli 1638 te Leiden werd ingeschreven als stud. litt., was med. dr. en commissaris van het landrecht in zijn geboorteplaats 1647-49 en 50-51. Hij ondertrouwde te Goes 13 Apr. (getr. 15 Mei) 1652 met de 18 Juni 1634 te Goes ged. Johanna van Wissekerke, dochtervan Mr. Adriaan van Wiskerke (schepen 1626-28, 32-34, 35-37, 39-40, 41-43, 44-46, 47-49, 50-52, 54-55, commissaris van het landrecht 1640-41,48-50) enMagdalena van Marievoorde. Schepen is hij geweest van 1651-53, doch zag wellicht, evenals zijn broeder Nicolaas (kol. 371) zijn loopbaan door stadhouderlijke gezindheid onderbroken, of bleef alleen als stadsdoctor, waartoe hij in 1693 benoemd werd, werkzaam Uitzijn huwelijk sproten: Cornelia E. (ged. 13 Apr. 1653), geh. vermoedelijk met Dr. Jacobus Verberch,die neef wordt genoemd van Steph. Blancardus), Magdalena E. (ged. 29 Mrt. 1655, geh. met Dr. Caspar Rontvis), Adriaan E. (1) (kol. 365), Mattheus (ged. 5 Mei 1658), Philippina (9 Nov. 1659) en Johanna (11 Mrt. 1661). de Waard

< >