Eversdijk, daniel

betekenis & definitie

EVERSDIJK (Daniel), geb. te Amsterdam omstr. 1647, gest. te Amsterdam 29 Aug. 1726, denkelijk uit den delftschen tak der familie (zie volgend art.) en jongste broeder van Michiel E. (kol. 371), werd 14 Juni 1670 ingeschreven als stud. theol. te Leiden en als proponent in 1676 beroepen tot predikant te Zuid-Zijpe (N.-H.), vanwaar hij 22 Aug. 1688 werd bevestigd in gelijke functie in het gasthuis te Amsterdam. Een oudere broeder was ook van hem David E., lid van den raad van justitie op Amboina. de Waard