CLARISSE (Theodorus Adriaan) (1), zoon van den onderwijzer Abraham C. en Adriana Maria van der Vis, geb. 14 Jan. 1741 te West-Souburg, overl. 7 Mei 1782 te Groningen. Te Middelburg onder Jac. Willemsen en F.L. Abresch (II kol. 5 vlg.) in de klassieke en oostersche talen onderwezen, ging hij 1763 naar Utrecht en studeerde daar theologie, vooral door prof. G. Bonnet geboeid, onder wien hij twee verhandelingen verdedigde. Hij werd predikant te Amerongen 15 Juli 1764, te Wageningen 1 Juli 1767, te Schiedam 12 Nov. 1769, te Amsterdam 23 Sept. 1772. Te Schiedam verloor hij zijne vrouw Elselina Elisabeth van der Duyff en trad er ten tweeden male in het huwelijk met Anna Eduardina Pigeaud. Als correspondent van de N. Hollandsche Synode ging Clarisse in 1782 naar die van Stad en Lande
en liet zich gaarne bewegen om Zondag 5 Mei eene predikbeurt in de Martini te vervullen. Op den kansel overviel den reeds lang lijdenden man eene flauwte, men bracht hem naar het huis van zijnen gastheer en boezemvriend prof. P. Abresch (den zoon van zijnen middelburgschen onderwijzer (II kol. 6 vlg.), waar hij, na zware bloedspuwingen, twee dagen later overleed. Als homileet volgde hij het spoor van Bonnet, die zelf min of meer tot de school van Ewald Hollebeek (I kol. 1140 vlg.) behoorde, waarin immers de analytische voor de synthetische methode had plaats gemaakt en gestreefd werd naar eene practische toepassing, waarbij het gemoed zijne eischen kreeg. Clarisse werd gaarne gehoord, al was hij vaak te lang van stof en tot uitweiden genegen.
Hij schreef: De praecipuis discipulorum circa personam etmunus mediatoris erroribus (Ultraj. 1763); De mirabili, ecclesiae etreipublicae judaicae praesertim servatoris et apostolorum tempore, conservatione et finibus a Deo hoc pacto obtinendis (1764); De weg terzaligheidin J.C. enz. leerredenen (Amst. 1779); Leerredenen over Paulus' brief aan de Kolossensen, 5 dln. (Utr., Gron., Amst. 1792, posthuum, bezorgd door P.Abresch); Het leven des geloofs enz., elf leerredenen (Amst. 1798, posthuum bezorgd door J. Clarisse); Lijkrede op J. Perizonius (Amst. 1781). 's Mans portret staat vóór het 5de deel van de leerredenen over den Kolossensenbrief. Ook is er een door W. van Megen.
Zie: P.Chevalier, Lijkrede terged. van den eerw. Th.A. Clarisse (Gron. 1782); A. Adriani, Verhaal van het voorgevallene in de Groote kerk (niet i.d. handel); Glasius, Godg. Nederl. I, 250-253; Hartog, Gesch. d. predikk. 306-312; v an Langeraad, Het prot. vaderl. II, 57-60; Nagtglas, Levensb. van Zeeuwen I, 128.
Knappert