NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Cauwenberg, lambertus

betekenis & definitie

CAUWENBERG (Lambertus), minderbroeder, geb. te Waalwijk in 1709 en overleden als pastoor te Gorinchem 27 Aug. 1789. Hij werd geprofest te Leuven 26 Aug. 1731 en priester gewijd te Roermond 26 Mei 1736. Hij was prefect van het gymnasium te Megen, toen hem Gorinchem als woonplaats werd aangewezen. Hier kwam hij in October 1743 als helper van pater Ferdinandus de Quavie en werd bij diens dood (15 Febr. 1749) zijn opvolger. Zijn veelzijdige en vruchtbare werkzaamheid werd erkend, toen het kapittel van Antwerpen (18 Sept. 1768) hem ‘missionarius emeritus’ verklaarde en het kapittel van Leuven (25 April 1779) hem ‘discretus missionis’ benoemde. Hij vierde onder groote belangstelling zijn jubilé en stierf als oudste der nederduitsche minderbroedersprovincie.

Zie: ArchiefAartsbisdom Utrecht II, 151; VIII, 138 en 358; IX, 63 en 66.

Hesse

< >