NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Cauwenberg, adrianus van

betekenis & definitie

CAUWENBERG (Adrianus van), minderbroeder, geb. te Waalwijk28 Apr. 1684, overl. te Amsterdam 12 Aug. 1742. Hij is geprofest te Leuven 25 Juli 1703 en priester gewijd in 1708. 10 Apr. 1710 kwam hij als helper in de Boomskerk te Amsterdam. Het kapittel van Leuven 18 Sept. 1729 benoemde hem tot ‘discretus missionis’ en dat van Antwerpen 9 Mei 1734 verklaarde hem ‘missionarius emeritus.’

Voor zijn portret (Fred. Muller, Beschrijvende Catalogus, 995) vervaardigde Joannes Nanning een achtregelig lofdicht (Volksalmanak vanAlberdingk Thijm 1858, 228 v.).

Een door J.A. Ritzard geschilderd portret bij den Heer J.Ph. Allard te Geertruidenberg.

Zie: ArchiefAartsbisdom Utrecht I, 93; X, 20; Bijdragen Bisd. Haarlem XIV, 178; XVII, 63, 198, 442.

Hesse

< >