NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Brouwer, petrus (2)

betekenis & definitie

BROUWER (Petrus) (2), een volle neef van den voorgaande, zoon van Petrus Brouwer, predikant te Welsrijp-en-Bajum, geb. te Tjallebert 1749, studeerde te Franeker, werd 1772 pre-

dikantte Blija-en-Hoogebeintum, waar hij 1 Jan. 1828 emeritus werd; kinderloos overl. te Ternaart 12 Mei 1830.

Hij heeft geschreven: Proeve eener opheldering en verdediging van het Bijbelsche verhaal aangaande de Schepping der wereld (Leeuw. 1820); Onderzoek naar het doel en het schrijven van Paulus in de XI eerste hoofdstukken van den brief aan de Romeinen (Leeuw. 1825).

< >