NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bramer, leonard

betekenis & definitie

BRAMER (Leonard), schilder te Delft, is daar 24 Dec. 1595 geboren en 10 Febr. 1674 begraven. In 1614 ondernam hij een groote reis, die hem door Frankrijk naar Rome bracht.

Hier was hij zeker niet vóór 1616 en heeft hij Adam Elsheimer nog aangetroffen. Na ook nog Napels, Florence, Parma, Venetië en andere steden in Italië bezocht te hebben, is hij weer naar zijn geboortestad teruggekeerd, waar hij 1 April 1629 in het gild trad en tusschen 1654 en 1665 herhaaldelijk hoofdman was. Een leermeester vóór zijn vertrek naar Rome wordt niet genoemd, maar daar heeft Elsheimer, hetzij onmiddellijk of door zijn schilderijen, een zeer grooten invloed op hem uitgeoefend. Zijn vaak goed gecomponeerde maar meestal met weinig zorg uitgevoerde bijbelsche en historische voorstellingen zijn in een overwegend bruinachtig groenen toon geschilderd en werden in zijn tijd zeer gewaardeerd. Thans ziet men ze vooral in particuliere verzamelingen. Het vroegst gedateerd is een voorstelling van Hecuba in het museum te Madrid (1630).

Ook heeft hij verschillende groote werken ondernomen als de beschildering van de Groote Zaal in het Prinsenhof te Delft, waarvoor hem in 1667/68 1620 gulden uitbetaald werd; alleen de zoldering, met de Hemelvaart van Christus, is hiervan nog aanwezig. In den Doelen en in het tuinhuis van het Gemeenelandshuis van Delfland heeft hij fresco's geschilderd en ook voor het slot te Rijswijk en voor Joan Maurits heeft hij werken uitgevoerd. Zijn teekeningen, die allesbehalve zeldzaam zijn, vindt men in geheele reeksen bijeen, zoo in het Prentenkabinet

te München een reeks met illustraties voor Lazarus van Tormes (1646) en een andere voor Quevedo's Spaensche Dromen (1657). Allermerkwaardigst zijn twee reeksen in het Prentenkabinet te Amsterdam; de eene bestaat uit schetsen voor wandschilderingen met tafereelen uit den 80-jarigen oorlog, de andere uit copieën naar een delftsche schilderijenverzameling. Hij heeft ook een weinig geëtst. Adriaen Verdoel was een leerling van hem. Zijn zelfportret is door A. v.d. Does gegraveerd in de Bie's Gulden Cabinet.

Zie: Bleyswyck, Beschr. van Delft(1667) 566, 859; de Bie, Gulden Cabinet 252,253; Houbraken 1,164; II, 57; Oud-HollandVII, 239;XIII, 182-193,230-240; XXII, 240; Obreen's ArchiefII, 25, 58, 59, 64, 70, 71; VI, 26; Nederl. Spectator 1870, 444, 445, 452; Verslagen Rijksverzamelingen X, 153; Nagler, Monogr. IV, 175; von Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon, in voce; Vosmaer, Les précurseurs de Rembrandt95-98; Bode, Studien 351-353; Thieme und Becker, Allg. Lex. bild. Künstler, in voce. In de litteratuur wordt hij soms verkeerdelijk Henricus, Conrad,Paulus ofPieter genoemd.

Moes

< >