NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Boudanus, joannes

betekenis & definitie

BOUDANUS (Joannes), ook Boudaen genaamd, dominicaan, in 1589 te Breda geboren, overl. in het klooster te Antwerpen 6 Nov. 1671. Hij had te 's Hertogenbosch 2 Nov. 1608 het ordekleed ontvangen.

In Mei 1620 werd hij door den Nuntius en den Prefect der missie, P. Michael Ophovius, naar Haarlem gezonden om aldaar een standplaats of statie te vestigen, wat hem niet zonder veel tegenkanting van de zijde der geestelijkheid gelukte. Van 1626 tot 1628 was hij prior in den Bosch. Na de verovering dezer stad vond hij te Utrecht een nuttigen werkkring als assistent van zijn ordebroeder P. Andriessen, totdat hij in 1632, tijdens eene godsdienstoefening, door soldaten werd overvallen en in zijn priesterlijk gewaad langs de straten naar het stadhuis gesleurd. Na het betalen van een zwaren losprijs, trok hij naar Woerden en voorzag daar gedurende vier jaren in de geestelijke behoeften der katholieken. In 1636 trok hij wederom naar Utrecht en vestigde eene statie der Dominicanen bij de Wittevrouwenpoort, welke statie omstreeks 1664 naar de Walsteeg werd overgebracht.

Zie: A.J.J. Hoogland, de Dominicanen te Utrecht in Archief Aartsb. Utrecht IX, 214

G.A. Meijer

< >