NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bokelaer, thomas

betekenis & definitie

BOKELAER (Thomas) (Boickelaer ofBeuckelaer) Simonszoon, heer van Alblasserdam, knaap, overl. 1515 was in 1481-89 raad en rentmeester van Zuid-Holland, in 1482 thesaurier van Dordrecht, in 1489 en 90 schepen en burgemeester van 's Heerenwege te Dordrecht, vervolgens werd hij 20 Oct. 1499 tijdelijk schout der stad, van welk ambt hij 27 Juni 1500 weder ontheven werd. Ook bekleedde hij den post van raad en rentmeester der Beden in Holland, terwijl hij in 1512 Raad in den Hove van Holland werd.

< >