NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bogerman, mr. reyner

betekenis & definitie

BOGERMAN (Mr. Reyner), geb. te Dokkum en daarom ook van Dockum genoemd, zoon van Jacob Bogerman, overleden na 1556, misschien te Aken.

In 1498 werd hij aangesteld tot secretaris der stad Kampen, welk ambt hij tot 1514 bekleedde; tevens was hij organist der stad. Herhaaldelijk werd hij voor de behandeling van gewichtige stadszaken gebruikt. Na zijn ontslag in 1514 was hij in verschillende functiën werkzaam: in 1518 was hij advocaat postulant bij den Hove van Holland, in 1531 en 1536 secretaris

en syndicus der stad Groningen, in 1537 in dienst van Karel V en met een zending naar Luneburg belast. 27 Dec. 1540 werd hij opnieuw tot secretaris der stad Kampen benoemd; in die qualiteit ordende hij het archief en legde een repertorium van de stedelijke priviligiën en rechtsboeken aan, dat zich nog ten archieve bevindt. 1 Juli 1553 werd hij ongevraagd uit den stadsdienst ontslagen. In 1554 was hij te Amersfoort, in 1555 of 1556 te Aken. Waar en wanneer hij is gestorven, is onbekend. Hij is geen abt van Gerkesklooster geweest, gelijk wordt gezegd; zijn verwantschap met Johannes Bogerman (1), (kol. 389), die zijn zoon genoemd wordt, is onzeker.

Bogerman heeft in hs. een werk nagelaten: Over den oorsprong der Vriezen, hunne voornamen en spreekwoorden, door Wassenbergh in zijn Taalkundige Bijdragen tot den Frieschen tongval 167, gebruikt en geroemd; vgl. ook de Wal, De claris Frisiaejurisconsultis 34. Zijn voornaamste werk is evenwel zijn kroniek: De annalibus quaedam nota, die zich aansluit bij die van zijn voorganger Joh. Byndop en de geschiedenis van Kampen beschrijft van 1503 tot 1512 en van 1542 tot 1547; zij is wat beknopt en abrupt, maar schijnt in het algemeen betrouwbaar. Het hs., ten stadsarchieve van Kampen, is uitgegeven door de Vereeniging tot beoefening van Overijselsch Regt en Gesch. (Dev. 1862).

Zie: Inleiding op de genoemde uitgave; J.Nanninga Uitterdijkin Verslagen en Mededeelingen der Vereen, totbeoef. v. Overijss. Regten Gesch. X, 1 vlg.; dez. in Bijdr. t.d. gesch. van OverijselVIII, 298 vlg.; Muller, Lijst van Noord-Ned. Kronyken 74.

Brugmans

< >