NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Bisschop, pieter de of petrus peeter bisschop

betekenis & definitie

BISSCHOP (Pieter de) of Petrus (Peeter) Bisschop, is vooral een bestrijder van de Doopsgezinden geweest. Het eerst vinden we hem onder de uitgewekenen in de Paltz. 17 Nov. 1570 werd hij in de nederduitsche vluchtelingenkerk te Frankfort gekozen onder de ‘versoorghers van den Dienaer des Woorts’, en twee dagen later daar tot diaken benoemd. 1 Apr. 1578 werd hij door den kerkeraad afgevaardigd om Wernerus Helmichius gezelschap te houden op diens reis naar Brabant en Vlaanderen, om de Gereformeerden daar in 't geloof te sterken. Daar 26 Apr. 1579 zijn vertrek om allerlei redenen nog niet plaats gehad had, is hij echter vermoedelijk wel te Frankfort gebleven tot hij in 1580 naar Rotterdam is vertrokken, waartoe hij 24 Apr. zijn attestatie aanvroeg. Als ouderling der kerk van die stad was hij tusschen het jaar 1583 en 1594 herhaaldelijk aanwezig op de zuidhollandsche particuliere synode.

Hij schreef: Antwoort-liedt op eens Wederdoopers Lasterliedt, in druc wtgegaen zonder name des autheurs, 't welc ooc hier achter gedruct is, op dat een yegelijc mercken mach van wat geest desen onbekenden Dichter gedreven is (Pamflet Meulman no. 1063, cf. nrs. 759 en 989). De vijfde druk van dit werkje verscheen te Rotterdam in 1600. Daarvan bevindt zich een exemplaar in de Biblioth. der Vereenigde Doopsgezinde gemeente te Amsterdam. Catalogus Fred. Muller-veiling Lüttge (1910) 110 vermeldt een druk van 1593, die mogelijk de eerste is geweest. De gezamenlijke oplaag der vijf drukken bedroeg ruim 9000 exemplaren, zooals ter verdediging tegen het verwijt dat zijn geschrift alleen nuttig was ‘om peperhuyskens daer af te maken’ door den auteur wordt meegedeeld in de voorrede van de editie van 1600. In de appendix ervan vermeldt hij ook nog een Tractact van de H. menschwerdinghe Christi, dat hij in 1593 drukken liet. Verder zijn van hem bekend: Sommighe Daghelijcsche ghebeden, als ooc zeker Refereynen ende ander spreucken... Ooc een beklach over het onverstantzommigher Secten aengaende hetAmpt der Christelicker Overheden; mitsgaders een kort verhael van zommighe bloedt-dorstighe menschen, staende na hetleven der vromer Protestanten (Rotterd. 1595), waarvan zich een, waarschijnlijk uniek exemplaar in de collectie Waesbergiana van Dr. Ledeboer op de Biblioth. der gemeente Rotterdam bevindt; en waaruit een enkel gedicht: Een nieu liedeken van 't Bannen der schadelijcker ende zeer verderflijcker secte der Jesuiten wtheel Vrancrijc in 1901 te Rotterdam opnieuw werd uitgegeven door K. Vos. En: Spieghel der Waterlantscher Wederdooperen Leughenkonst Ontdeckende de onghegronde ende leughenachtighe beschuldinghen, die sjj onlancx teghens Fransisci Lansbergii Tractaet van de vreemde ende onschriftmatighe maniere der Wederdoopscher Leeraren Heymelicke gebeden in Druc hebben wtghegheven. Met noch een korte aenwijsinghe ende klare wederlegginghe der voornaemster gronden van Jacob Jansz nootwendighe Verantwoordinghe der verdructer waerheyt(Rotterd. 1597) (Pamflet Meulman no. 837). Ook daarvan bevindt zich een exemplaar op de Biblioth. der Vereenigde Doopsgezinde gemeente te Amsterdam. Achterin bevat het nog weer een nieuw boekje: Kort ondersoeck van Jacob Janssens redenen ende argumenten in sijne Nootwendighe verantwoordinghe... vervatet Alles grondelic wederleydtdoorPieter de Bisschop methulpe van een sijnder met-broederen (Rotterd. 1597). In Ratelwachts ende Torenwachters waerschouwinge (Pamflet Meulman no. 936) wordt de Bisschop door den zich niet noemenden schrijver Robbert Robbertsz. genoemd een ‘pertijdich Calvinist ofte Catechissemist’.

Zie:Reitsma en van Veen, Acta II en III, registers in voce; Catalogus der Vereenigde Doopsgezinde Gemeente teAmsterdam II (Amsterd. 1888) 165, 174; Paul Fredericq, Het Nederlandsch Proza in de 16e eeuwsche Pamfletten (Brussel 1907) 368; Archiv der Deutsch-reformierten Gemeinde Frankfurt am Main no. 215A. Presbyterial-protocolle 1570-1581 sub 17 Nov. en 19 Nov. 1570, 1 Apr. 1578, 26Apr. 1579, 24 Apr. 1580; C.P. Burger Jr., Amsterdamsche Rekenmeesters en Zeevaartkundigen (Amst. 1908) 68, 93, 96.

van Schelven

< >