ALTING (Joachim), 1556-1625, zoon van Egbertus (kol. 94), ingeschreven Heidelberg 18 April 1578 en als stud. iur. te Genève 24 Juli 1580, was één der 4 burgemeesters, die na de reductie van Groningen in Aug. 1594 werden aangesteld. Met Jan Rengersvan Hellumwashij in 1594 afgevaardigde ter St.-Generaal.
Inden twist van de stad met de St.-Generaal (1600) heeft deze burgemeester een belangrijke rol gespeeld, vooral toen hij met den raadsheer Joost van Cleve en den syndicus Johan Hoeflin de la Faillerie zich naar den Haag moest begeven om zich te verantwoorden. Na veel spanning zijn de zaken geschikt en werd Joachim weder burgemeester als hoedanig hij veel heeft bijgedragen tot het stichten van de Hoogeschool te Groningen, waarvan hij in 1620 curator werd.
Zijn geschilderd portret hangt op het stadhuis te Groningen.
Zie: H. de Groot, Ned. Hist. 407; van Reyd, Hist. Ned. oorlog. 414-418; Tegenw. Staat der Vereen. Ned. XXI, 15-27; Brucherus, Gedenkb. v.
Stad en Lande 311; dez. , Gesch. der Kerkhervorm. in Gron. 268, 330, 337; Schelte ma, Staatk. Nederl. II, 532.
Nauta