Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 08-08-2022

Vette vis eten bij chemotherapie mag

betekenis & definitie

Nadat in 2015 op basis van een onderzoek, overigens niet met kankerpatiënten, maar met muizen, werd ontraden om visolie te gebruiken tijdens chemotherapie, is dit advies nu aangepast. Vette vis is een belangrijke bron van eiwit en omega 3-vetzuren.

Visolie gebruiken bij chemotherapie
De European Society of Clinical Nutrition and Metabolism (ESPEN) heeft het advies om visolie te gebruiken bij chemotherapie opgenomen in de ESPEN practical guideline: ‘Clinical Nutrition in cancer’.

Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WKOF) raadt nu aan om tenminste 1 keer per week vis te eten. Supplementen met visolie worden nog wel afgeraden vanaf 24 uur vóór tot 24 uur na specifieke chemotherapieën zoals Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin.
De hoge concentraties PIFA’s die in visolie kunnen zitten, zouden namelijk de werking van deze vormen van chemotherapie kunnen tegengaan.
Volgens het WKOF is er vooralsnog onvoldoende bewijs om het gebruik van visolie aan of af te raden.

Wat zijn PIFA’s?
PIFA’s (platinum-induced fatty acids) zijn vetzuren die in visolie zitten, maar die het lichaam ook zelf uit visolie maakt. Omdat de hoeveelheid PIFA’s niet wettelijk hoeft te worden vermeld op de verpakking van supplementen, is daar geen controle op en kan ook niet worden achterhaald in welke dosering PIFA’s in visoliesupplementen voorkomen.

De twee vetzuren die het menselijk lichaam produceert onder invloed van chemotherapie, komen ook voor in sommige visolie-supplementen met omega-3 en omega-6 vetzuren en in sommige algenoliën, die vrij te koop zijn. Deze vetzuren maken de kankertumoren ongevoelig voor de chemotherapie.

Onderzoek naar PIFA’s bij mensen
Uit een studie bij 21 mensen met longkanker kwam naar voren dat door het gebruik van visolie het PIFA-niveau in het bloed weliswaar steeg, maar dat dit geen negatief effect had op het effect van de chemotherapie.
Volgens het WKOF kunnen hier echter geen conclusies aan worden verbonden, omdat de onderzochte groep erg klein is. Onderzoek naar langduriger gebruik van omega-3-vetzuren uit visolie bij kanker laat tegenstrijdige resultaten zien, maar er is geen schadelijk effect gevonden.

Gunstige effecten visolie
Prof. dr. Frits Muskiet (emeritus hoogleraar Pathofysiologie en Klinisch Chemische Analyse) heeft recente studies inzake het gebruik van visolie bij chemotherapie op een rij gezet. Hij concludeert dat PIFA’s bij mensen geen invloed hebben op de werking van chemotherapie.
Visolie laat juist gunstige effecten zien: het lijkt te beschermen tegen de door chemotherapie veroorzaakte ontsteking die leidt tot ongewenst verlies van lichaamsgewicht en spiermassa en het kan een gunstig effect hebben op de eetlust.

Twee vetten-families
De belangrijkste essentiële vetzuren zijn twee families van vetten: de omega 3 en omega 6 vetzuren. De omega 3 vetzuren (alfa linoleenzuur) zitten o.a. in vette vis, lijnzaadolie en walnootolie en de omega 6 zit vooral in plantaardige vetten en margarines. Omega 3 helpt omega 6. Omega 3 stuurt omega 6 als het ware in de juiste richting zodat deze belangrijke processen in het lichaam kan ondersteunen.

Van de omega 3 vet-familie is alfalinoleenzuur essentieel en van de omega 6 vet-familie is linolzuur essentieel. Dit betekent dat het lichaam deze vetzuren niet zelf kan aanmaken en dat u deze via de voeding binnen moet krijgen. Na het eten van omega 3 vetzuren en omega 6 vetzuren zet het lichaam deze om in andere verbindingen. Het omega 3 vetzuur alfalinoleenzuur (ALA) kan worden omgezet in EPA en DHA, en het omega 6 vetzuur linolzuur (LA) wordt omgezet in gammalinoleenzuur (GLA).

Omdat deze laatste omzetting vaak niet efficiënt gebeurt worden EPA en DHA semi-essentieel genoemd. Dit is vooral bij o.a. ouderen, erfelijke enzymafwijkingen en bij virale infecties van belang. Voor de afbraak van linolzuur en alfalinoleenzuur zijn dezelfde enzymen nodig als bij de omzetting. De afbraak van linolzuur gaat echter voor. Als u voedsel met teveel omega 6 vetzuren neemt, dan komt daarmee de omzetting naar EPA en DHA in het nauw.

Uw behoefte aan de vetzuren EPA en DHA neemt toe bij onder andere stress, ziekte en het gebruik van medicijnen. EPA en DHA komen vooral voor in vis en in schaal- en schelpdieren.