Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 07-08-2019

Telomeren

betekenis & definitie

Telomeer komt van de Griekse woorden telos (einde) en meros (deel) en betekent eindstuk.

Aan het eind van elk van de 46 chromosomen van elke celkern van het lichaam, zit een telomeer die het in de celkern opgeslagen DNA beschermt. Dit valt te vergelijken met het plastic uiteinde van een schoenveter.

Om het DNA te beschermen, is het nodig de telomeren lang te houden. Bij het ouder worden, verkorten de telomeren o.a. door het kopiëren van het DNA bij de celproductie. Mensen met lange telomeren worden gemiddeld ouder dan mensen met kortere. Ook verkorten telomeren bij mannen eerder dan bij vrouwen. Wellicht is dat de reden dat vrouwen gemiddeld vijf jaar ouder worden dan mannen.

Het enzym telomerase houdt de lengte van de telomeren op peil. Stoppen met roken en het drinken van alcohol, evenals het inruilen van suiker en junkfood voor verse voeding, zorgen voor een stijging van het enzym telomerase, dat de lengte van de telomeren op peil houdt. Ook inname van omega 3 vetzuren zou een hoger niveau aan telomerase geven.

Stress door ernstige gebeurtenissen vroeg in het leven correleert met een korte telomeerlengte later in het leven. De sterkte van de verkorting hangt samen met de ernst van de ervaren stress. Fysieke training dempt de negatieve effecten van levensstress op de telomeerlengte. Uit diverse studies blijkt dat meditatietechnieken leiden tot behoud van telomeerlengte.

Resevatrol uit de schil van rode druiven geeft een stijging van telomerase. Het is overigens beter om dit via rode druivensap of rode wijnstokextract binnen te krijgen dan via rode wijn.

Bij oxidatieve stress t.g.v. bijvoorbeeld teveel of te lang zonnebaden beschadigen weefsels en organen in hoog tempo, waardoor telomeren versneld zullen verkorten.

Antioxidanten gaan oxidatieve stress tegen. Een krachtige antioxidant is polyfenol, iets waar o.a. groene thee rijk aan is. Antioxidantrijk zijn ook bijv. blauwe bessen, frambozen, broccoli, wortelen, walnoten en hazelnoten.