Het proces waarbij iemand meer haren verliest dan dat er aangroeien.
Haar bestaat uit vezels van het eiwit keratine en is een uitgroeisel van de opperhuid. Die zeer dunne vezels draaien om elkaar heen tot fibrillen. Tientallen van die fibrillen zitten tegen elkaar gepakt. Een transparante schubbenlaag aan de buitenkant van het haar houdt ze als een soort elastiekje bij elkaar. Mannen hebben tussen de 150.00 en 180.000 haren, vrouwen tussen de 130.000 en 150.000 haren.
Haar groeit en vernieuwt zich voortdurend. Onderin de haarwortel, in de haarpapil, worden steeds nieuwe cellen gevormd. De nieuwe cellen verplaatsen zich naar de oppervlakte van de huid. Onderweg veranderen ze. Uiteindelijk verhoornen ze en vormen ze de haarschacht. De haarschacht, het deel van de haar dat we zien, is eigenlijk het dode deel van de haar.
Een haar groeit in verschillende fasen. Bij mensen met een korte groeifase zal eerder kaalheid optreden dan bij mensen met een lange groeifase.
Het is normaal wanneer men zo’n 50 tot 100 haren per dag verliest. Omdat er vaak even veel haren terug groeien als uitvallen, valt het uitvallen van de haren normaal gesproken niet op, tenzij dit gebeurt op 1 plek. Normaal gesproken is dit niet zo. Als dit wel zo is, kan er sprake zijn van een haarziekte.
Kaalheid is in veel gevallen erfelijk. Het is echter niet zo dat het nageslacht altijd hetzelfde haaruitvalpatroon heeft als de ouders, dit verschilt per persoon. Wanneer er geen sprake is van erfelijke haaruitval, is de haaruitval mogelijk van tijdelijke aard. Nadat de veroorzaker van de haaruitval wordt weggenomen, herstellen de haargroei en de haarstatus zich vaak weer.
Alopecia Androgenetica, ook wel mannelijke kaalheid genoemd, is de meest voorkomende vorm van haaruitval bij mannen. Deze vorm komt bij vrouwen en kinderen zelden voor, aangezien de aanwezigheid van mannelijke hormonen (androgenen) een rol speelt en deze hormoonspiegel bij mannen na de puberteit hoog is.
Alopecia Androgenetica kan wellicht worden voorkomen of beperkt door het eten van grote porties lignanen. Lignanen zijn fyto-oestrogenen (fyto betekent: afkomstig van planten) die vooral voorkomen in zaden, volle granen, peulvruchten (erwten en bonen) en groenten. In wetenschappelijke studies is aangetoond, dat lignanen niet alleen krachtige antioxidanten zijn, maar ook over milde pro- en anti-hormonale eigenschappen beschikken. Ze kunnen onder meer het metabolisme van oestrogenen en testosteron reguleren.
Naast erfelijke aanleg kan kaalheid wordt toegeschreven aan een (lokaal) verhoogde vorming en/of activiteit van dihydrotestosteron, mogelijk mede door een lagere bloedspiegel van het testosteronbindende eiwit SHBG.
Erfelijke haaruitval begint meestal met inhammen op het voorhoofd of boven op de achterkant van het hoofd. De haaruitval kan op elke leeftijd beginnen, in extreme gevallen al bij 15-jarigen.
Haaruitval kan ook worden veroorzaakt door:
– haarziekten
– kanker en/of chemokuren
– vitaminen – of mineralentekort (bijv. een gebrek aan ijzer)
– stress
– medicijnen (meestal staat dit vermeld in de bijsluiter van het desbetreffende medicijn)
– verminderde werking van de schildklier
– hormonale veranderingen (bijv. na een zwangerschap)
– slechte conditie van de hoofdhuid.
Men kan iets aan kaalheid doen door:
Haartransplantatie via:
-Folliculaire Unit Transplantatie (FUT). Hierbij wordt tijdens een operatie een hele strip haar met omliggende huid verplaatst.
-Folliculaire Unit Extractie (FUE). Hierbij verplaatst men, onder plaatselijke verdoving, alleen haarwortels, er wordt dus niet geopereerd.
Medicatie
– Minoxidil, een medicijn tegen hoge bloeddruk met als bijwerking o.a. overmatige haargroei. Het resultaat is meestal dun haar. Als je ermee stopt, valt het haar weer uit.
– Finasteride, een middel dat de haaruitval remt, doordat het het enzym DHT onderdrukt.
Beide middelen kennen echter ook bijwerkingen.
Soms ontbreken wenkbrauwen en/of wimpers geheel of gedeeltelijk van nature. Ook daarbij kan haartransplantatie worden toegepast.
Wenkbrauwen kunnen ook verdwijnen ten gevolge van jaren achter elkaar epileren. Het is namelijk zo, dat als u een haar uittrekt (epileert) er in het begin weer een haar terug groeit maar als dat jaren achter elkaar gebeurt de haarfollikel op een gegeven moment geen nieuwe haar meer produceert.
Zwavelhoudende aminozuren, vooral cysteïne, zorgen grotendeels voor de stevigheid van de haren. Tekorten aan deze aminozuren kunnen ontstaan bij een eenzijdig voedingspatroon dat onvoldoende eiwitten bevat. Om dun haar te helpen verstevigen, wordt vaak gebruik gemaakt van de stoffen MSM – een bron van organisch zwavel- en biotine.
Evenwichtige voeding is niet alleen van belang voor uw gezondheid, maar ook voor uw haardos.
Voeding, vitamines en mineralen spelen een belangrijke rol bij het gezond houden van het haar. De bouwstoffen daaruit worden door het bloed naar de haarwortels vervoerd en zorgen voor gezonde haarwortels en haren. IJzer, jodium, koper en zink zijn nodig voor sterk en gezond haar en water is essentieel om de haarzakjes te voorzien van de benodigde voedingsstoffen.
