Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Gepubliceerd op 18-10-2019

Borstkanker

betekenis & definitie

Door bepaalde genetische afwijkingen verandert de werking van hormoonreceptoren en worden deze meer of minder gevoelig voor 1 of meer groeifactoren. Hierdoor kunnen borstkankercellen zich ongecontroleerd delen en groeien.

Ongeveer 70% van alle vormen van borstkanker blijkt voor de groei afhankelijk te zijn van oestrogenen. Het enzym aromatase is verantwoordelijk voor de omzetting van androgenen (testosteron) in oestrogenen in borstweefsel.
Voedingsmiddelen en leefstijlfactoren die aromatase remmen zijn o.a.: vitamine D, citrusfruit, curcumine, granaatappel, melatonine (goede slaap!), blauwe bessen en druiven, rode appels, uien, peterseie, selderij en paprika.
Factoren die de activiteit van aromatase verhogen en de aanmaak van oestrogenen stimuleren zijn: overgewicht, alcoholgebruik, insuline, teveel suikers en koolhydraten, chronische ontstekingen en infecties en teveel vetmassa (buikvet).

Elke vorm van kanker, ook borstkanker, begint met DNA-schade van gezonde cellen. Om DNA-schade te voorkomen en ontspoorde cellen te herstellen is een belangrijke taak weggelegd voor antioxidanten. De kans op DNA-schade wordt verhoogd door roken, alcohol, gerookte producten en lang en op hoge temperaturen gebakken, gebraden en gefrituurde producten, vooral vlees.

In circa 5% van de voorkomende borstkankers spelen erfelijke factoren een rol in het ontstaan van de ziekte. In veruit de meeste gevallen spelen leefwijze en andere omgevingsfactoren een rol.
Uit onderzoek blijkt een verhoogd risico op borstkanker voor vrouwen die ’s nachts werken of ploegendienst draaien. Waarschijnlijk is dit verband te verklaren door een verminderde aanmaak van melatonine, wat oestrogeen niveaus kan verhogen, maar zeker is dit niet.
Vitamine D tekort is in meerdere studies geassocieerd met een verhoogd risico op o.a. borstkanker. Ook in Nederland blijken tekorten in deze vitamine vaker voor te komen dan gedacht.

Een toenemend aantal vrouwen draagt hun mobieltje op het lichaam, zoals in de BH. Volgens de gebruiksaanwijzing, moet het mobieltje altijd op minstens 5-15 mm afstand van het lichaam worden gehouden. Daarmee worden thermische (opwarmende) effecten, verminderd. Andere biologische effecten, veroorzaakt door de niet-thermische effecten blijven echter ook op deze afstand aanwezig. Wanneer het mobieltje in de BH wordt bewaard, wordt het risico op borstkanker verhoogd, omdat het zachte weefsel van de borst de straling die afkomstig is van het mobieltje, gemakkelijk absorbeert.

Reguliere behandeling van borstkanker bestaat meestal uit chirurgisch ingrijpen, radiotherapie en/of chemotherapie. Ook worden hormoonbehandelingen, immuuntherapie en angiogeneseremmers gebruikt. De behandeling is afhankelijk van de specifieke situatie: de grootte en soort tumor, eventuele uitzaaiing en meer.

Veel patiënten met borstkanker zoeken hulp in het complementaire circuit, door bijvoorbeeld een orthomoleculaire behandelaar te raadplegen. Het gevolg kan zijn dat patiënten grote hoeveelheden supplementen slikken, die mogelijk kunnen interacteren met de reguliere behandeling. Het is daarom altijd raadzaam de oncoloog op de hoogte te stellen van het gebruik van supplementen en deskundig advies te raadplegen voor er tot het gebruik van hooggedoseerde supplementen wordt overgegaan.

Bijwerkingen van conventionele behandelingen kunnen een reden zijn om complementaire hulp te zoeken. Als complementaire behandelingen blijken meditatie, ademhalingsoefeningen, yoga, lichaamsmassage en aromatherapie, stress, angst en pijn te verminderen en de stemming te verbeteren. Daarnaast kunnen het bijhouden van een dagboek of deelname aan psychotherapie of lotgenotensteungroepen bijdragen aan stressvermindering en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Acupunctuur is de meest effectieve complementaire behandeling tegen misselijkheid en bij lymfeoedeem geldt dit voor een door een deskundige uitgevoerde lymfedrainagemassage.

De algemene aanname is momenteel dat voeding dezelfde invloed heeft op het ontstaan van kanker als roken: circa 30% van de kankers kan (mede) ontstaan als gevolg van het voedingspatroon.
Er is een verband gevonden tussen het eten van rood vlees en borstkanker.
De beschermende werking van veel groenten en fruit eten, is vooral bij postmenopausale vrouwen beschreven.
Transvetzuren dragen bij aan het risico op borstkanker, omega-3 vetzuren verminderen dit juist.
Indole-3-carbinol uit kruisbloemige groenten (koolsoorten zoals broccoli, bloemkool en spruitjes) blijkt de sterke groei van borstkankercellen te verminderen.

Uit analyses van meer dan 11.000 borstkankerpatiënten blijkt dat een dagelijkse portie van 13 g soja-eiwit (=2 glazen sojadrink) de overlevingskans met 29 procent verhoogt en de kans op terugval met 21 procent verlaagt. Aangetoond is dat soja niet interfereert met tamoxifen, het geneesmiddel dat tijdens de behandeling van borstkanker gebruikt wordt. In de praktijk blijkt overigens dat soja niet altijd goed verdragen wordt. Dit kan zijn bij o.a. schildklierklachten en bij voedselovergevoeligheid.

Ook is aangetoond dat voldoende lichaamsbeweging een beschermend effect heeft op het ontstaan van borstkanker. In diverse studies werden verschillende manieren van lichaamsbeweging tijdens een reguliere borstkankertherapie onderzocht.
Een gecontroleerde studie vond bijvoorbeeld dat bij drie maal 1 uur een cardiovasculaire training per week de misselijkheid die patiënten ervoeren duidelijk lager was in de interventiegroep vergeleken met de controlegroepen (3 maal 1 uur lichte rekoefeningen of een groep zonder lichaamsbeweging).
Tevens bleek uit een vergelijkbare studie dat 3 tot 5 uur wandelen per week leidde tot verminderde gevoelens van depressie en angst, minder vermoeidheid, een betere lichamelijke conditie en een positiever zelfbeeld.