(0), teeken,
1) in het generale basschrift, dat geen accoord gegrepen, maar de basstem slechts unisono of in octaven gespeeld moet worden ftasto solo);
2) in de generale basleer voor den verminderden drieklank; het wordt geplaatst voor een kleine letter, b.v. °b = b-d-f;
3) bij de harmonische dualisten (v. Oettingen, Riemann) voor het mollaccoord; het wordt geplaatst vóór den hoofd- of prime toon; b.v. °e= a-c-e; °e = moll-onderklank;
4) bij de strijkinstrumenten, dat de toon door een losse snaar moet worden voortgebracht.