Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Karei philippus bernet kempen

betekenis & definitie

Dr., * 20. 9. 1897 te Nijkerk. Studeerde aanvankelijk voor het notariaat, daarna van 1918—1922 bij Bernard Zweers te Amsterdam harmonie, contrapunt en compositie, bij S. van Milligen muziekgeschiedenis en algemeene muziekleer, bij Gonda van Dam klavier.

Van 1922 tot 1926 aan de universiteit te München (muziekgeschiedenis: Sandberger, kunstgeschiedenis: Wölfflin en Hauttmann, Duitsche litteratuur: Muncker, paedagogie: Fischer). Promoveerde — na het aanvullend examen in 't Latijn (Realgymnasium) afgelegd te hebben — 1926 summa cum laude tot Doctor philosophiae (hoofdvak: muziekgeschiedenis) op de dissertatie Jacobus Clemens non Papa und seine Motetten, Sedert 1929 leeraar voor muziekgeschiedenis aan het Koninklijk Conservatorium voor muziek te 's-Gravenhage. Hij schreef o.a. Die Souterliedekens des Clemens non Papa (Tijdschr. der Ver. v. Nederl. Muziekgeschiedenis deel XII en XIII), Meesterwerken der muziekdramatische kunst: No. 1 Die Zauberflóte (1929). Voorts artikelen over muziekwetenschappelijke onderwerpen in verschillende muziektijdschriften en dagbladen. Ook vertaalde hij H. Aberts Schumann biografie in het Nederlandsch (1928).