Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Ignaz peter lüstner

betekenis & definitie

* 22. 12. 1793 te Poischwitz, ✝ 30. 1. 1873 te Breslau, was 1819—1826 concertmeester van de kapel van den prins van Karolath, daarna concertmeester te Breslau, waar hij 1844 een vioolschool opende. Had vijf zoons, die allen als musicus hun weg hebben gevonden: Karl (* 10. 11. 1834 te Breslau, ✝ 9. 4. 1906 te Wiesbaden) cellist bij de Kurhauskapel te Wiesbaden; Otto (* 9. 4. 1839 te Breslau, ✝ 8. 9. 1889 te Barmen), stedelijk muziekdirecteur te Barmen na o.a. concertmeester bij Bilse te zijn geweest; Louis (* 30. 6. 1840 te Breslau, ✝ 24. 1. 1918 te Wiesbaden) violist, stedelijk kapelmeester te Wiesbaden; Georg (* 23. 9. 1847 te Breslau, ✝ 21. 4. 1887 te Berlijn), cellist, en Richard, * 2. 9. 1854, harpist en violist, nog. te Breslau werkzaam.