* 14. 4. 1857 te Sparta (Wisconsin), studeerde te Chicago en te Stuttgart. Vestigde zich, in Amerika teruggekeerd, te San Francisco als componist.
Zijn grootste succes is ongetwijfeld geweest zijn muziek bij het spektakelstuk Ben HUT, dat 1899—1918 meer dan zesduizend maal is gegeven. Na korten tijd professor aan de Yale universiteit te zijn geweest was hij 1902—1910 leeraar te Berlijn. Daarna heeft hij zich als theorieleeraar te Cincinnati gevestigd. Behalve zijn muziek bij Ben HUT schreef hij de pantomime Alice in Wonderland, muziek bij Macbeth, op. 7, een mirakelspel Pilgrims Progress op 37, v. soli, koor en ork, de symphonieën Gulliver, op. 15, en New England, op. 33, de orkestsuite Aladdin op. 10, het symphonisch gedicht The Pit and the Pendulum, kamermuziek, liederen, koren en pianocomposities. Hij schreef de monografieën: Wagner the musician, Chopin the composer.
