Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Daniël de lange

betekenis & definitie

(Portret plaat 28), * 11. 7. 1841 te Rotterdam, ✝ 31. 1. 1918 te Point Lorna. Zijn vader, de organist S. de Lange Sr., besloot in 1855 zijn zoon naar het conservatorium te Brussel te zenden waar hij violoncel-lessen kreeg van Servais en compositieles van Damcke.

Na met zijn broeder Samuel een paar kunstreizen gemaakt te hebben, keerde de Lange naar het vaderland terug; hij vestigde zich te Rotterdam en werd daar spoedig een figuur in het muzikale leven. Doch hij voelde zich in het toentertijd nog kleinsteedsch Rotterdam niet thuis en begaf zich weer naar Parijs waar hij koordirecteur werd en zich aan het componeeren wijdde. De oorlog van 1870 maakte een einde aan zijn carrière in Frankrijk; hij ging nu naar Amsterdam en begon daar zijn loopbaan als muziekleeraar en dirigent van zangvereenigingen. Met Frans Coenen, Joseph Cramer en Julius Röntgen stichtte hij in 1884 het Conservatorium, waaraan hij eerst als hoofdleeraar en later als directeur verbonden geweest is. De Lange's werkzaamheden namen zeer toe; bij het vertrek van Verhuist koos men hem tot directeur van „Caecilia" en bovendien was hij muziekcriticus van het „Nieuws van den Dag" geworden; ook vormde hij in 1881 een klein koor a cappella met het doel de oude vocale muziek, die geheel in het vergeetboek was geraakt, weer tot de menschen te brengen. Dit koor, bestaande uit louter solisten (Messchaert en Rogmans en andere kunstenaars zongen mede), maakte in geheel Europa naam. Toen hij betrekkelijk al op hoogen leeftijd gekomen was, gevoelde de Lange zich dermate tot de theosophie aangetrokken dat hij besloot zijn vaderland te verlaten om zich te begeven naar de hoofdzetel van de organisatie Point Lorna in Californië; daar is hij ook gestorven in 1918.De Lange heeft een groot aantal composities geschreven maar van groote muzikale waarde zijn zij niet; zijn beteekenis is in de eerste plaats daarin te zoeken, dat hij in ons muzikaal achterlijk land kwam als zeer vooruitstrevend, modern gezind man, als man van groote eruditie; ook gedurende zijn loopbaan als criticus is de Lange steeds een overtuigd propagandist voor het nieuwe geweest. Zeker heeft het hedendaagsche geslacht mede veel te danken aan de Lange's belangstelling voor de verbetering van het muziekonderwijs. Zijn werk als directeur van het Conservatorium te Amsterdam kan niet hoog genoeg geschat worden. Hij componeerde o.m. de opera De val van Kuilenburg, twee symphonieën, eenige ouvertures, een 8-stemmig Requiem voor solostemmen en koor (a cappella), cantates voor koor, soli en orkest, liederen, koren, bewerkingen van nationale liederen, kamermuziek.