Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Banjo

betekenis & definitie

Een gitaarvormig tokkel-instrument, dat vooral in gebruik is bij de Noord-Amerikaansche negers. Het heeft een ronde trommelvormige aan eene zijde met kalfsvel bespannen klankdoos, die aan een langen hals is bevestigd.

De B. heeft 5—9 snaren en wordt in verschillende grootten vooral in Jazzbands gebruikt.