(Eng.: George Frideric Handel), (Halle 1685-Londen 1759), Engels componist van Duitse afkomst. kreeg onderricht van de organist Zachau. Ging in 1702 rechten studeren in Halle, waar hij organist van de dom werd.
In 1703 werd hij violist bij de Hamburgse opera. In 1706 reisde hij naar Italië (Florence, Rome, Napels. Venetië) en naar Londen, waarna hij in 1710 hofkapelmeestcr te Hannover werd. Zijn voor de Vrede van Utrecht (1713) gecomponeerde Te Deum had buitengewoon succes; koningin Anna kende hem een jaargeld van £ 200 toe. In 1716 begeleidde hij de Britse koning George I naar Hannover, waar hij zijn Passion (tekst van Brockes) schreef. Terug in Engeland, waar hij zich voorgoed vestigde, was hij gast van de hertog van Chandos; op diens slot Cannons componeerde hij 2 zgn.
Chandos-Te Deums en 12 Chandos anthems (17161718. motetten). Bovendien ontstonden de pastorale Acis and Galathea en de bijbelse opera Esther. In 1719 werd de Royal Academy of Music gesticht. Händel schreef hiervoor een aantal opera’s die spoedig ook buiten Engeland opgang maakten. Verbitterde strijd had hij te voeren met zijn rivaal Buononcini, die eveneens voor de Academy schreef. Voor de kroning van koning George II componeerde Händel het fraaie Coronation anthem (1727).
Dat jaar ging de Academy of Music te gronde: daartoe had mede bijgedragen het succes van Gays en Pepusch' Beggar’s opera, een geestige persiflage op Händels (Italiaanse) operastijl. Desondanks richtte Händel een tweede en later een derde gezelschap op, waarvoor hij weer opera's schreef. Voorts ontstonden ook enkele oratoria, gevolg van het verbod van bisschop Gibson om bijbelse onderwerpen op het toneel te brengen.Vóór 1740 componeerde Händel nog een groot aantal opera’s en instrumentale werken. Daarna wijdde hij zich uitsluitend aan de oratoriumcompositie. In 1742 oogstte zijn meesterwerk, het oratorium The Messiah. een enorm succes. Ondanks zijn vanaf 1751 toenemende blindheid bleef hij concerteren en bij de uitvoeringen van zijn oratoria bespeelde hij zelf het orgel.
De dood trof hem na een generale repetitie te Londen. Hij is bijgezet in Westminster Abbey.
Händel is naast J.S.Bach de grootste muzikale schepper van zijn tijd. Echter is Bachs muziek gegroeid in dc protestantse kerken en aan de intieme hoven, die van Händel ontwikkelde zich onder invloed van het Italiaanse opera-virtuosendom, van pronklievende vorstelijke hoven en van de Londense City. Bach overschreed nooit de Duitse grenzen; Händel was kosmopoliet. Bovendien had hij een sterke neiging tot het theatrale, het grootse, het monumentale. Zijn voornaamste verdienste ligt op het gebied van het oratorium; hij was de schepper van het epische oratorium. Voorts behoren zijn orgelconcerten en concerti grossi tot het beste wat door hem werd gecomponeerd, evenals een aantal sonates voor diverse instrumenten.
Behalve de genoemde werken omvat Handels oeuvre o.a. geestelijke oratoria: Deborah, Athalia (beide 1733), Saul, Israel in Egypt (beide 1739), Solomon (1749), Susanna (1750), Jephta (1752), Triumph of time and truth (1757); opera’s: Agrippina (1709), Rinaldo (1711), Muzio Scevola (1721), Floridante (1721), Orlando (1733), Serse (1738, met het beroemde zgn. Largo), Imeneo (1740); wereldlijke koormuziek: Alexander’s feast (1736), Hercules (1745) ; orkestwerken: 18 concerti grossi (1734-1739). orgelconcerti (1735-1751), Water Music (1717); kamermuziek: triosonates voor 2 hobo’s en continuo (1746) , sonates voor o.a. viool, hobo en continuo: klavecimbelmuziek (16 suites de pièces 1720-1733), fuga’s; kerkmuziek: anthems. Te Deum’s (o.m. Utrechter Te Deum and Jubilate, 1713; Dettinger Te Deum, 1743).