wentelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wen-te-len
1. het in tegenovergestelde richting brengen
♢ hij wentelde de steen zodat we de onderkant konden zien
Regelmatig werkwoord: wen-te-len
ik wentel
jij/u wentelt
hij/zij wentelt
wij/zij/jullie wentelen
ik/jij/u/hij/zij wentelde
wij/zij/jullie wentelden
hij heeft of is gewenteld
de/het/een gewentelde ....
wentelend, wentelende
Synoniemen
keren, omdraaien, omkeren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk