weghalen

betekenis & definitie

weghalen - regelmatig werkwoord
uitspraak: weg-ha-len

1. het pakken en bij je houden
♢ de bezetters haalden alles uit de huizen weg
2. als gevangene wegvoeren
♢ de Joden zijn door de Duitsers weggehaald
3. zorgen dat het verdwijnt
♢ ik heb die lelijke vaas weggehaald, hoor
1. een kind laten weghalen
[abortus laten plegen]
4. naar zich toe halen
♢ hij haalde zijn hand weg

Regelmatig werkwoord: weg-ha-len
ik haal weg (... ik weghaal)
jij/u haalt weg (... jij weghaalt)
hij/zij haalt weg (... hij weghaalt)
wij/zij/jullie halen weg (... wij weghalen)
ik/jij/u/hij/zij haalde weg (... ik weghaalde)
wij/zij/jullie haalden weg (... wij weghaalden)
hij heeft weggehaald
de/het/een weggehaalde ....

Synoniemen
afvoeren, meenemen, verwijderen, wegmaken, wegtrekken

Tegenstellingen
toedoen, toevoegen, toevoeren