Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

vrij

betekenis & definitie

vrij - bijvoeglijk naamwoord

1. kunnen gaan en staan waar je wilt
♢ hij zat in de gevangenis, maar nu is hij weer vrij
1. zo vrij als een vogeltje in de lucht
[heel erg vrij]
2. door niets of niemand beperkt of gehinderd
♢ de weg was versperd maar nu is hij weer vrij
1. een vrij beroep
[waarbij je je eigen baas bent]
2. vrije toegang
[zonder te betalen]
3. een vrije vertaling
[niet letterlijk]
4. een vrije aftocht
[de gelegenheid om ongehinderd te vertrekken]
5. vrij baan maken
[alles wat hindert, uit de weg ruimen]
6. iemand de vrije hand geven
[het hem laten doen zoals hij zelf wil]
7. de handen vrij hebben
[ongehinderd iets kunnen doen]
8. een vrije jongen
[een kleine zelfstandige]
9. uit vrije wil
[niet gedwongen]
10. er vrij over kunnen beschikken
[kunnen gebruiken wat je wilt]
11. vrij op naam
[de koper betaalt de overdrachtskosten van het huis]
12. vrij spel hebben
[ongehinderd je gang kunnen gaan]
13. iemand de vrije teugel laten
[hem zijn gang laten gaan]
14. een vrije trap
[een schot dat ongehinderd genomen mag worden]
15. een vrije vertaling
[die zich niet precies aan de betekenis houdt]
16. een vrije vogel
[iemand die zich van niemand iets aantrekt]
3. niet in gebruik of besproken
♢ is deze tafel nog vrij?
4. als je niet naar het werk of naar school hoeft
♢ ik ben vandaag vrij
1. vrije tijd
[de tijd die je niet hoeft te werken]
5. het niet hebben
♢ de zieke is vrij van koorts
6. niet verlegen, niet stijf
♢ zij gaf iedereen een zoen, ze is erg vrij
7. zonder dat het iets kost, voor niets
♢ de toegang tot deze disco is vrij
8. wat niet valt onder een bepaald gezag
♢ dokter en advocaat zijn vrije beroepen
1. de vrije sector
[huizen waarvoor je geen woonvergunning hoeft te hebben]

Algemene uitdrukkingen:
1. mag ik zo vrij zijn om...?
[vindt u dat goed?]
Bijvoeglijk naamwoord: vrij
... is vrijer dan ...
de/het vrije ...

Synoniemen
absoluut, gratis, onbelemmerd, onbeperkt, ongedwongen, onvoorwaardelijk, ruim

Tegenstellingen
geforceerd, gewild, gezocht, onvrij