voorzichtig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: voor-zich-tig
1. wie zorgt dat er bij zijn acties niets misgaat
♢ voorzichtig klom hij op het dak
1. voorzichtig zijn
[zorgen dat er bij het vrijen geen zwangerschap ontstaat]
2. niet nadrukkelijk, niet met zoveel woorden
♢ zij informeerde voorzichtig naar zijn gezondheid
Bijvoeglijk naamwoord: voor-zich-tig
... is voorzichtiger dan ...
het voorzichtigst
de/het voorzichtige ...
iets voorzichtigs
Synoniemen
behoedzaam, omzichtig
Tegenstellingen
degelijk, duchtig, expliciet, nadrukkelijk, onvoorzichtig, uitdrukkelijk
Gepubliceerd op 14-11-2017
voorzichtig
betekenis & definitie