Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

voorspellen

betekenis & definitie

voorspellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: voor-spel-len

1. zeggen dat het gaat gebeuren
♢ de weerman voorspelt regen
1. dat voorspelt niet veel goeds
[dat betekent narigheid]

Regelmatig werkwoord: voor-spel-len
ik voorspel
jij/u voorspelt
hij/zij voorspelt
wij/zij/jullie voorspellen
ik/jij/u/hij/zij voorspelde
wij/zij/jullie voorspelden
hij heeft voorspeld
de/het/een voorspelde ....
voorspellend, voorspellende

< >