Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

vlam

betekenis & definitie

vlam - zelfstandig naamwoord

1. beweeglijke tong in vuur
♢ de vlammen sloegen uit het dak
1. vlam vatten
[gaan branden]
2. de vlammen sloegen me uit
[ik kreeg het heel warm/ kreeg het warm van spanning of verlegenheid]
3. de vlam slaat in de pan
[de situatie komt tot een uitbarsting]
4. in vuur en vlam staan
[verliefd zijn]
2. iemand op wie je verliefd bent
♢ ze is een oude vlam van me

Zelfstandig naamwoord: vlam
de vlam
de vlammen
het vlammetje

< >