verzwaren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-zwa-ren
1. het zwaarder of degelijker maken van iets
♢ de dijk werd verzwaard met klei
2. het inspannender en moeilijker maken van iets
♢ de eisen aan deze baan zijn de laatste jaren verzwaard
3. groter of erger maken
♢ die diefstal verzwaart de straf die hij nog tegoed had
4. in omvang of aantal doen toenemen
♢ door die hogere ziektekosten worden de lasten van de mensen verzwaard
Regelmatig werkwoord: ver-zwa-ren
ik verzwaar
jij/u verzwaart
hij/zij verzwaart
wij/zij/jullie verzwaren
ik/jij/u/hij/zij verzwaarde
wij/zij/jullie verzwaarden
hij heeft verzwaard
de/het/een verzwaarde ....
verzwarend, verzwarende
Tegenstellingen
verlichten
Gepubliceerd op 14-11-2017
verzwaren
betekenis & definitie